';
Herkomst |
Dit amfibie leeft in grote delen van West-Afrika, voornamelijk Nigeria. Ze leven er in vijvers, poelen en kleine waters. |
|
|
Afmetingen |
Mannetjes worden 3 à 3,5cm, vrouwtjes worden iets groter, zo’n 4 à 4,5cm. |
|
|
Levensverwachting |
Onder de juiste omstandigheden worden ze in gevangenschap gemiddeld 3 tot 10 jaar oud. |
||
Uiterlijk |
Deze kleine aquatische kikkertjes, de kleinste van alle Afrikaanse klauwkikkers, verschillen van de “gewone” klauwkikker omdat deze WEL zwemvliezen tussen hun tenen hebben. Ze hebben een klein, puntig kopje, een afgeplatte romp, krachtige achterpoten en kleine wratjes op de rug. De wildkleur is voornamelijk (grijzig) bruin, met donkerbruine stipje en heeft een lichter gekleurde buik. |
|
|
Geslachts verschil |
Bij volwassen dieren, zijn de vrouwtjes groter dan de mannetjes. Bij de volwassen mannetjes is er ook een klein, licht rondje (klier) te zien, net achter hun voorpoten. |
|
|
Kleuren |
Naast wildkleur bestaat er ook albino (gold). |
|
|
Gedrag |
Het zijn voornamelijk nacht-actieve dieren, die in groep leven en elk hun karakter hebben. De ene meer schuw, een andere totaal niet, de ene heel rustig, de andere juist super actief. Het zijn populaire aquariumbewoners door hun aantrekkelijke gedrag, uiterlijk en verzorging. Zet zeker geen klauwkikker-soorten samen, want de grotere soorten zullen de kleinere opjagen en opeten. Ook maken deze aquatische kikkers een soort zoemend geluid. |
|
|
Aquarium |
Het zijn groepsdieren die in een mooi beplant gezelschapsaquarium kunnen verblijven. Een aquarium van minimaal 40 à 60 cm lang en maximaal 30 à 40cm hoog is aan te raden voor enkele dwergklauwkikkertjes, eventueel samen met enkele kleine en medium visjes. Hoger is niet aan te raden, omdat ze regelmatig naar het wateroppervlak zwemmen voor zuurstofopname en dat zou dan moeilijk worden. Het zijn geen jagers, maar hele kleine visjes of dwerggarnalen durven ze wel eens eten. Voor de inrichting van het aquarium kunnen planten, rotsen, hout of andere decoratie gebruikt worden. Ideaal is veel randbeplanting en voldoende vrije zwemruimte in het midden. Drijfplanten en deels drijvende planten worden sterk gewaardeerd, waaraan ze kunnen hangen terwijl ze naar lucht happen. |
|
|
Temperatuur |
De ideale temperatuur is 22 tot 26°C, maar ze kunnen gehouden worden bij een temperatuur van minimaal 20°C tot maximaal 30°C. Het is aan te raden om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben. |
|
|
Waterwaarden |
Aan te raden is een pH van 6 à 8, een GH van 4 tot 10° DH, een KH tussen 3 en 10° Dh, |
|
|
Verzorging |
Het houden van dwergklauwkikkers enige ervaring, maar ze kunnen redelijk makkelijk gehouden worden. |
|
|
Kweken |
Het mannetje zal eerst met een zacht zoemend geluid het vrouwtje bij hem lokken. Hij zal haar vervolgens in een houdgreep nemen, “de amplexus”, dit stimuleert de eiproductie en kan (met enkele onderbrekingen) tot 2 dagen duren. Ze zwemmen dan in verticale cirkels en als ze met de buik aan het wateroppervlak komen zal het vrouwtje haar eitjes afzetten, waarna deze door het mannetje bevrucht worden. Ze kunnen 1 of 2 legsels per jaar hebben van soms wel een paar honderd eitjes. Omdat ze geen broedzorg kennen is het belangrijk om te eitjes direct weg te nemen, omdat deze anders door de ouders of medebewoners opgegeten zullen worden. Zorg voor een kweekbakje van 25 tot 27°C, waarna de eitjes na 2 dagen zullen uitkomen. De kleine larfjes (4mm groot) zwemmen aan het wateroppervlak rond opzoek naar eten, bijvoorbeeld fijngewreven visvoer, watervlooien of artemia. Als ze 1,5cm groot zijn, begint de metamorfose, geleidelijk aan zullen ze ook grotere voeding zoals tubifex of muggenlarven eten en na 5 tot 8 weken zal hun metamorfose afgerond zijn. Waarna ze na één tot anderhalf jaar zelf ook geslachtrijk zijn. |
|
|
Voeding |
Het zijn echte insectivoren, diepvries insecten (zoals voor vissen) dienen als hoofdvoer. Ze eten voornamelijk rode muggenlarven, verder kunnen ter afwisseling ook witte of zwarte muggenlarven tubifex, daphnia en schildpadmix aangeboden worden. Verder kunnen ook speciale pellets voor dwergklauwkikkers aan het dieet toegevoegd worden, om hun dieet nog rijker en gevarieerder te maken (vitaminen en mineralen). Ze zeker niet over voederen zodat ze niet te dik worden en nog aan het wateroppervlak geraken. Maar ook opletten of ze wel voldoende eten, doordat de medebewoners met alle voeding weg zijn. In het laatste geval is gericht voederen met een pincet een oplossing. |
|