';
Herkomst |
Deze straalvinnigen behoren tot de familie van de Doradidae of doornmeervallen. |
Levensverwachting |
Onder de juiste omstandigheden worden ze gemiddeld tot 10 jaar oud. |
Afmetingen |
Deze meervallen kunnen tot zo’n 22cm lang. |
Uiterlijk |
Ze vallen vooral op door hun gestreepte zwart-wit tekening. Ook hebben ze hun kenmerkende baarddraden. |
Geslachtsonderscheid |
Er is uiterlijk geen verschil te zien. |
Aquarium |
Het zijn nacht-actieve, iets wat schuwe vissen, met een zacht karakter, die in een gezelschapsaquarium kunnen gehouden worden. Het zijn echte bodembewoners, ze verkiezen een donkere bodem, met fijn, afgerond grind. Ze houden van stukken met vrije zwemruimte, gecombineerd met rotsen, takken en boomwortels om tussen te zwemmen en grotjes om zich te kunnen verschuilen (!). |
Temperatuur |
De ideale temperatuur ligt tussen 24 en 30°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen. |
Waterwaarden |
Aan te raden is een pH van 6 à 7, een GH van 4 tot 12° DH, een KH tussen 3 en 10° Dh, |
Verzorging |
Het houden van deze meervallen eist enige ervaring, maar ze kunnen eenvoudig gehouden worden. Ze stellen geen bijzondere eisen naar waterkwaliteit. Ze verkiezen een matige belichting, bijvoorbeeld door drijfplanten. |
Kweken |
Over het kweken in een aquarium is nog niets gekend en het blijft voorlopig niet mogelijk om ze te kweken. |
Voeding |
Geeft hen liefst ’s avonds eten, het zijn een echte alleseters, ze eten alles van voeding dat op de bodem valt. Ze eten als hoofdvoer voedertabletten (algentabletten) speciaal voor meervallen en dit kan best aangevuld worden met zinkend droogvoer en levend- of diepvriesvoer (bloedwormen, runderhart). Een gevarieerd dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren! |