';
Herkomst |
Deze Zuid-Amerikaanse parkieten behoren tot de familie van de papegaaien van Afrika en de Nieuwe Wereld (Psittacidae)en leven in Argentinië, Bolivia, Brazilië en Paraguay. Ze leven er in tropische en subtropische wouden en bossen. |
Algemeen |
De groenwangparkieten of Pyrrhura molinea kennen 5 ondersoorten, P. m. molinae, P. m. australis, P. m. phoenicura, P. m. hypoxantha en P. m. restricta. |
Afmetingen |
Gemiddeld zo’n 26cm. |
Uiterlijk |
Zoals hun naam al doet vermoeden hebben ze 2 groengekleurde wangen. |
Geslachts onderscheid |
Uiterlijk is er geen verschil tussen man en pop. Jonge vogels zijn minder intensief dan volwassen vogels. De manier om het geslacht te bepalen, is laten seksen via DNA. |
Kleuren |
Buiten de wildkleur bestaan er ondertussen al enkele mutaties. |
Huisvesting |
Ze zijn als koppel te houden in een ruime sierkooi of samen met andere kromsnavels in een binnen- of buitenvolière. In de winter kunnen ze buiten blijven, maar een tocht- en vorstvrij nachthok is noodzakelijk. Het zijn actieve, speelse en nieuwsgierige vogels. Vermits ze graag een bad nemen, is het aan te raden een bad te voorzien met proper badwater. |
Broedvoorzieningen |
Een natuurblok of houten nestkast voor grote parkieten zijn beide geschikt. De ideale maat is 20 x 20 x 50cm, met een invlieggat van 6cm. Leg als nestmateriaal een laagje zacht houtstrooisel (liefst hennepstrooisel) op de bodem van het nest, wat ze eventueel nog kunnen afwerken met wilgentakjes en stro. |
Kweek |
De pop legt gemiddeld 5 à 6 tot wel 10 eitjes, ze hebben soms grote nesten. Na 21 à 22 dagen broeden komen de eerste eitjes uit. Op de leeftijd van 8 tot 12 dagen kunnen de jongen geringd worden (5,5mm), na wel 60 dagen verlaten de jongen het nest (ze blijven lang in het nest). Na nog eens 2 tot 3 weken bijvoederen door de ouders, zijn de jongen volledig zelfstandig en kunnen ze van de ouders gescheiden worden. |
Voeding |
Het hoofdvoer in een grote parkieten zadenmengeling, aangevuld met trosgierst en een beetje groenvoer. Eivoer en kiemzaden moeten ook voorzien worden, zeker tijdens de kweekperiode. Verder mogen grit (en maagkiezel) en sepia ook niet ontbreken. |