';
KaRo Haakneusslang

Zoom in

Artikelnummer: 3
Heterodon Nascicus

Haakneusslang - Heterodon Nascicus

Herkomst

De Westelijke haakneusslang komt van de graslanden in Centraal Noord-Amerika.

Meer bepaald van het zuiden van Canada, westen van de Verenigde Staten, tot het noorden van Mexico. Ze leven er naast graslanden ook in bosrijke gebieden en zandvlaktes, van op zeeniveau tot op zo’n 2500m hoogte. Ze verkiezen droge tot lichtvochtige omgevingen met een losse bodem om in te graven. Ze leven op de grond, in de buurt van vers water.

Algemeen

Het is een sterk, goed te houden reptiel. Het relatief kleine formaat, hun nieuwsgierigheid en opvallend gedrag zijn de belangrijkste factoren daarbij.
Door ze geregeld te hanteren, zullen ze hieraan snel wennen en minder stress hebben.

Levensverwachting

Onder de juiste omstandigheden worden ze gemiddeld zo’n 15 tot 20 jaar oud.

Afmetingen

De mannetjes van deze kleine slangensoort worden gemiddeld 50 tot 60cm lang, de vrouwtjes worden iets groter, gemiddeld zo’n 70 tot 80cm,met uitzonderingen tot 90cm.

Een volwassen mannetje weegt maximaal 120gr, een vrouwtje tot wel 500gr.

Uiterlijk

Het is een kleine, redelijk robuuste slang. De soort dankt haar naam aan de opvallende, typerende neusschub. Deze opstaande neusschub gebruiken ze om mee te graven.

Kleuren

Er bestaan al verschillende kleurvarianten of morphs.

Naast de wildkleur of normal, zijn er onder andere ook conda, superconda, axanthic, arctic, superarctic, albino, toffeebelly en combinaties hiervan.

Hanteren

1 van de redenen waarom ze zo populair zijn als huisdier is omdat ze, als ze onder de juiste omstandigheden gehouden worden, bijzonder tam zijn / kunnen worden. Ze zijn zelden of nooit geneigd om te gaan bijten. Was altijd de handen voor het hanteren van de slang, zodat deze zeker niet naar een prooi kunnen ruiken.

Maar let wel op, want ze kunnen bijten en zijn daarbij speeksel-giftig. Het is niet gevaarlijk, het gif is heel licht en het is te vergelijken met een bijensteek. Als ze dan toch bijten, is het belangrijk om de slang direct los te maken, zodat ze de kans niet krijgt om het gif in het wondje in te kauwen. De slangen hebben tijd nodig om hun gif in hun prooi in te kauwen. Als ze toch wat gif heeft kunnen in kauwen, dan is er een kans op een allergische reactie, waar je last van kan hebben en waardoor uw arm, hand of vinger wat dik kan staan.

Een slang heeft niet speciaal iets aan gehanteerd worden, maar ze wennen eraan en vinden het ook niet onprettig. Als je wil dat ze tam is als volwassen slang is het aan te raden ze van jongs af aan regelmatig te hanteren. Hou de slang rustig vast, laat ze rustig langs je vingers glijden en zeker niet knijpen! Als de slang juist gegeten heeft en 1 à 2 dagen nadien moet ze extra rustig gehanteerd worden, voor de vertering.

Karakter

Ze zijn dag-actief , van ’s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat, als het donker wordt gaan ze slapen.

Verzorging

Besproei om de 2 dagen met lauw water (zeker de jonge slangen), voorzie een  waterbak (afhankelijk van de grootte van de slang) en zorg voor een grotje met eventueel vochtig mos. Voldoende vochtigheid is belangrijk om makkelijk te vervellen. Een slang die groeit zal vervellen en een slang groeit zijn of haar volledige leven. Jonge slangen groeien het snelst en zullen dus vaker vervellen dan volwassen slangen. Geef tijdens deze periode geen eten, de slang zal toch geen nood aan voeding hebben en zal niet eten

Ze stellen weinig eisen aan verwarming. Er kan zowel van een warmtemat, -kabel, als een -lamp gebruik gemaakt worden. De gemiddelde dagtemperatuur is 25 tot maximaal 29°C voor jonge dieren en 24°C tot 31°C voor volwassen exemplaren. En zorg voor een iets warmere en een iets koelere plek in het terrarium, zodat de slang haar ideale temperatuur kan kiezen. ‘s Nachts mag de temperatuur dalen tot zo’n 20°C. UV-licht mag, maar is niet noodzakelijk.

Zorg wel dat er een lichtbron is en voorzie in de zomerperiode 12 tot 14 uur licht.

Vanaf november tot januari doen gezonde, volwassen dieren voor enkele weken een winterrust. Geef nog 8 tot 10 uur licht en laat de temperatuur enkele graden dalen. De slangen zullen dan minder bewegen en minder eten/drinken. Na enkele weken wordt de temperatuur en de uren licht weer opgevoerd. En zullen ze terug actiever worden en richting paarperiode gaan

Huisvesting

Voor een volwassen haakneusslang is een terrarium van 60 x 30cm of 60 x 40cm voldoende. Het zijn geen klimmers, dus de terrarium hoeft niet bijzonder hoog te zijn.

Jonge exemplaren kunnen het best in een redelijk klein, plastiek bakje gehouden worden, om zo min mogelijk stress te hebben en zeker goed te eten.

Als bodembedekking kunnen beukensnippers, aspen snake bedding of lignocel gebruikt worden. Naast een waterbak en een grotje, mogen enkele stenen (zeker 1 onder de lamp) zeker niet ontbreken. Verder kan het terrarium nog aangekleed worden met enkele kunststof plantjes en andere decoratie.

Kweken

Ze zijn op erg jonge leeftijd al geslachtsrijp, maar het is aan te raden om te wachten tot op een leeftijd van 2 jaar. In het wild paren ze in het voorjaar en ook in gevangenschap zal het zo gaan.
Een gemiddeld legsels is zo’n 10 à 12 eitjes, maar veel meer of minder is ook mogelijk.
Bij een temperatuur van +- 28°C zullen de eitjes na 45 tot 55 dagen uitkomen.
De jonge diertjes zijn zo’n 10 tot 15cm lang.

Voeding

Ze zijn speeksel-giftig, met hun vergrote tanden achter in hun bek kauwen ze het gif in hun prooi, dit zorgt voor een snellere vertering van hun prooi. In het wild eten ze naast muizen en andere kleine knaagdieren ook kikkers, padden en hagedissen.

Baby exemplaren kunnen na 2 weken voor het eerst gevoed worden, geef ze 1 baby muisje, maar dit zullen ze misschien niet (direct) opeten. Jonge haakneusslangen worden best iedere 4 tot 7 dagen gevoed, voor volwassen exemplaren mag dier wekelijks zijn.

In het begin is het 1 babymuisje, later worden dit het 2, 3 en zelfs meer, dan mag er overgeschakeld worden naar een groter formaat muizen. Krijgen ze later met gemak meerdere fuzzy muizen per maaltijd op, idem overschakelen naar nog een groter formaat muizen.

Ze durven geregeld 1 of meerdere maaltijden weigeren ze eten, dit is geen enkel probleem zolang ze niet te veel afvallen, ze zullen normaal na enkele keren terug beginnen eten. Indien niet of bij sterk vermagerde dieren, zeker langsgaan bij een dierenarts.

Door stress kunnen ze moeilijk eten, hou jonge dieren daarom in een klein bakje en laat dieren rustig eten (ze durven hun tijd ervoor nemen).