';
KaRo Oranjewever

Zoom in

Artikelnummer: 1
Euplectes franciscana

Oranjewever - Euplectes franciscana

Herkomst

Deze soort kent 2 ondersoorten: Euplectes Franciscanus Franciscanus (grootste verspreidingsgebied) en Euplectes Franciscanus Pussilus. Ze zijn te vinden in westelijk, centraal en oostelijk Afrika.
Ze worden in zuiver grasland, tussen het struikgewas, in bosjes en aan landbouwgebieden aangetroffen. Voor hun nest kiezen ze zowat altijd voor een locatie in de buurt van water, op overstromingsgebieden en boven een vochtige ondergrond. Ze leven er van in het laagland op zeeniveau, tot op de hoogvlaktes van Ethiopië. Voor te nestelen verkiezen ze de lange grassen, om daartussen en daarmee prachtige nesten te bouwen.

Afmetingen

Ze worden gemiddeld zo’n 13 tot maximaal 15cm groot.

Levensverwachting

In de natuur worden ze zo’n 12 jaar oud, in gevangenschap iets ouder.

Uiterlijk

& Geslachtsverschil

De volwassen mannetjes zijn vooral tijdens het kweekseizoen heel opvallende oranjerood en zwarte vogeltjes. Ze hebben een diep zwart masker, tot op hun kop en rond de oorstreek. En ook hun buik en flanken zijn diep zwart.
Meest opvallend en vandaar ook hun naam zijn ze verder vooral oranje(rood), vanaf boven het masker, op de rug, boven de borst, hun stuit en bovendekstaartveren. Ze hebben bruine vleugels, die lichter omzoomd zijn. Ze hebben vleeskleurige poten en een donkere (zwarte), spitse bek.

De popjes zijn veel minder opvallend gekleurd. Ze hebben lichter, doffer lichaam, met een meer olijfgroene, gestreepte rug en vleugels. Ze missen het zwarte masker en hebben een lichtgrijze bek. Ook de jonge vogels zijn identiek gekleurd.
Zie je 1 opvallend geel of zwart pluimpje verschijnen, dan ben je zeker dat het een mannetje is!

Huisvesting

Ze kunnen zowel in een ruime kooi, in een binnen-, als in een buitenvolière gehouden worden.
Hun voorkeur gaat uit naar en beplante buitenvolière. In een buitenvolière kunnen ze in de winter buiten blijven, als er een tocht- en vorstvrij nachthok aanwezig is.
Ze kunnen per koppel gehouden worden of 1 man met enkele popjes.
Of in een groepje als er genoeg ruimte en beschutting is.
Ze hebben over het algemeen een zacht karakter, maar in de kweekperiode durven de mannen hun nesten redelijk agressief verdedigen. En in een ruime gezelschapsvolière kunnen ze bij andere exotische vogels, inlandse vogels en kanaries gehouden worden.

Broedvoorziening

Voorzie voldoende nestmateriaal voor exoten (jute, sisal , dierlijk haar en vooral kokosvezel), hiermee zal (zullen) de man(nen) in een beplante volière nesten maken zo hoog mogelijk in het groen.
Ze durven hun bolvormige nesten ook aan de bovenkant van de volière vastmaken.
 Verder kunnen ook exotenkorfjes van pitriet of kokoshaar dienst doen als basis.

Kweek

Het popje zal een nest kiezen en dit nog afwerken langs binnen en daar zal de pop 2 of 4 eitjes leggen. Na 13 à 14 dagen broeden (door de pop) zullen deze uitkomen.

Na enkele dagen kunnen de jongen geringd worden (2,7mm). Enkel de pop zal de jongen voeren, voornamelijk met veel insecten. Na zo’n 3 weken gaan ze uitvliegen, waarna ze nog 2 tot 3 weken (bij)gevoerd zullen worden door de pop (bij nesten later op het jaar ook door de man) vooraleer ze volledig zelfstandig zijn.

Na ongeveer 1 jaar zijn ze volledig op kleur en tot dan mogen ze zeker bij de ouders in de volière blijven. Een gezond koppel mag tot 3 nestjes per jaar grootbrengen. Let op, ze kunnen kruisen met andere ploceus-soorten. Hou deze dan ook liever niet samen, om kruisingen te vermijden.

Voeding

Het hoofdvoer is een zadenmengeling voor tropische vogels.

Dit kan aangevuld worden met wilde zaden, Japanse millet en trosgierst.

Vooral tijdens de kweekperiode, maar in kleinere hoeveelheden eigenlijk het hele jaar, best eivoer, eventueel kiemzaden, een universeelvoer, insectenvoer en levend voer aanbieden.
En grit, maagkiezel en sepia moeten altijd aanwezig zijn.

Bijzonderheden

Ze houden van een ondiep bakje met vers badwater.