';
Herkomst |
Deze vinkachtige is afkomstig van Midden-Afrika, meer bepaald van Senegal tot Soedan. Daar leven ze in de met bomen en struiken begroeid savannes, in tuinen en parken en rond boerderijen. |
Afmetingen |
Ze worden zo’n 11cm groot. |
Uiterlijk |
Deze kleine vogeltjes vallen op door hun mooie zang, maar zijn minder opvallend gekleurd. |
Geslachtsverschil |
Uiterlijk is er (bijna) geen verschil te zien. Maar enkel de mannetjes hebben hun mooie, melodieuze zang. |
Huisvesting |
Een mannetje kan als zangvogel alleen in een kooitje gehouden worden, maar ook per koppel kan. Ze kunnen ook in een kooitje, binnen- of buitenvolière gehouden worden, ze passen perfect samen met veel andere exoten. |
Verzorging |
De edelzangers nemen heel graag een bad en dit zal ook zorgen voor hun mooi verenkleed. |
Broedvoorziening |
Zowel in een volière, een sierkooi als een kweekkooi kan er met Edelzangers gekweekt worden. Eens voldoende uren licht (15uur) en temperatuur (’s nachts minimaal 15 graden) kan de kweekperiode echt beginnen. Voorzie als nest een halfopen nestkast of een exotenkorfje en geef dan wat nestmateriaal, ideaal is een mix van katoen, sisal, kokos en jute, in een ruifje. Dan het popje beginnen met het nest te bouwen / af te werken. Begin tijdig met het geven van eivoer, zodat de volwassen vogels hier al gewoon aan worden. |
Kweek |
Gemiddeld zal de pop 3 of 4 eitjes leggen, deze zijn wit tot lichtgroen met spikkels. De ouders zullen het nest fel verdedigen. Het mannetje zal tijdens het broeden het popje voeren. Na ongeveer 13 tot 14 dagen broeden (door de pop) zullen deze uitkomen. Het mannetje zal vaak in de buurt het nest te vinden zijn. Na enkele dagen kunnen de jongen geringd worden (2,3mm). Beide ouders zullen de jongen voeren, na 3 weken gaan de jongen uitvliegen. Waarna ze nog enkele weken (bij)gevoerd zullen worden, eerst door beide ouders, later enkel door de man, vooraleer ze volledig zelfstandig zijn. Het is aan te raden de jongen, als ze volledig zelfstandig zijn, van de ouders te scheiden. Na ongeveer 1 jaar zijn ze volledig op kleur. Een gezond koppel mag 2 tot 3 nestjes per jaar grootbrengen. |
Voeding |
Het hoofdvoer is een zadenmengeling voor tropische vogels. Vooral tijdens de kweekperiode best eivoer, eventueel kiemzaden, een universeelvoer, insectenvoer en fijn levend voer aanbieden. En grit (en/of maagkiezel) en sepia moeten altijd aanwezig zijn. |
Bijzonderheden |
Deze kleine exootjes zijn gekend voor hun mooie, melodieuze zang. Ze worden daarom als huisdier in een kooitje of volière gehouden. |