';
Herkomst |
Ze behoren tot de familie van de Cyprinidae of karperachtigen. |
Afmetingen |
Ze worden gemiddeld zo’n 5 à 6cm lang. |
Uiterlijk |
Ze vallen in een aquarium op door hun mooie goudgele kleur. De jonge exemplaren hebben kleine zwartgrijze vlekjes op hun flanken, naarmate ze ouder worden, krijgen ze meer aanwezige accenten met een groene glans op hun flanken. Verder vormt er zich nog een opvallend zwarte vlek aan hun staartwortel en krijgen ze dan ook mooie, rode vinnen en staart. |
Geslachtsonderscheid |
De mannetjes zijn meestal iets kleiner en slanker dan de iets grotere, vollere vrouwtjes. |
Aquarium |
Het zijn actieve, sociale scholenvissen, die met een groep in een mooi beplant gezelschapsaquarium kunnen gehouden worden. Een aquarium van minimaal 50L of meer is aan te raden voor een schooltje van 5 of meer brokaatbarbelen. |
Temperatuur |
De ideale temperatuur is 24 à 25°C, maar mag tussen 20 en 28°C liggen. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen. Ze kunnen, in tegenstelling tot veel andere tropische vissen, al op een iets lagere temperatuur gehouden worden. |
Waterwaarden |
Aan te raden is een pH van 6 à 8, een GH van 5 tot 14° DH, een KH tussen 3 en 12° Dh, Ze stellen geen hoge eisen naar waterwaarden en zijn daarom ook geschikt voor beginners. |
Verzorging |
Het houden van brokaatbarbelen eist weinig ervaring en ze kunnen makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 10% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering met voldoende stroming, een beetje extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie. Ze worden best in een groep van minimaal 5 stuks gehouden. |
Kweken |
Het kweken met brokaatbarbelen is vrij eenvoudig. Zorg voor 1 of 2 koppels die goed gevoed zijn met levend- of diepvriesvoer (zwarte muggenlarven). Plaats ze in een klein aquarium van 25 à 26°C, met knikkers of heel grof grind als bodem en richt het in met Javamos en andere fijnbladige planten. Zorg voor een zwakke belichting en gebruik een sponsfilter. De vrouwtje kunnen tot 300 eitjes afzetten. Ze kennen geen broedzorg en de volwassen vissen moeten direct na het paren van de eitjes worden gescheiden in een ander aquarium. De kweekbak blijft voor de eitjes licht verduisterd. |
Voeding |
Het zijn een echte alleseters. Ze eten droogvoer zoals vlokken, granulaat en voedertabletten en levend- en diepvriesvoer zoals watervlooien, tubifex en muggenlarven. Plantaardige voeding mag zeker niet ontbreken, geef regelmatig voeding met spirulina en algentabletten. Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren! |