';
KaRo Pruimkopparkiet

Zoom in

Artikelnummer: 1
Psittacula cyanocephala

Pruimkopparkiet - Psittacula cyanocephala

Herkomst

Deze papegaaiachtige behoort tot de groep van edelparkieten en zijn familie van de halsbandparkieten.

Ze leven van oorsprong in Zuidoost-Azië, meer bepaald in India en Sri Lanka.

Ze leven meestal in kleine groepen van ongeveer 10 tot 15 vogels en trekken er van hier naar daar op zoek naar voeding. Ze verkiezen open beboste gebieden, tropische savannes met veel bomen en leven vaak in de buurt van landbouwgebieden.

Afmetingen

Deze grote parkieten worden zo’n 34 tot 37cm groot en wegen gemiddeld zo’n 110gr.

Uiterlijk

Ze hebben een groen lichaam, een lichtgroene borst en buik en donkergroene rug en vleugels.
Hun mooie, lange staart is blauw van kleur en eindigt in een gele punt.

Het meest opvallend is hun kop.
Die is opvallend paarsroze gekleurd en zwart omzoomd bij de man.
En bij de pop veel minder opvallend, maar ook mooi, blauwgrijs gekleurd en geel omzoomd.

De jonge vogels hebben dezelfde kleur als de popjes, eens hun derde levensjaar beginnen de jonge mannetjes te verkleuren.

Geslachts verschil

Het is een seksueel diformische soort, er is een duidelijk verschil in kleur tussen beide geslachten. Allereerst is er de kleur van de kop, paarsroze of blauwgrijs.
En verder heeft enkel een volwassen mannetjes een rode schoudervlek.

Kleuren

Naast de wildkleur bestaan er al enkele kleurmutaties.

Bijvoorbeeld: Cinnamon, opaline en lutino.

Huisvesting

Ze kunnen zowel in een voldoende grote kooi, in een binnen-, als in een buitenvolière gehouden worden. In een buitenvolière kunnen ze in de winter buiten blijven, als er een vorstvrij nachthok aanwezig is. Dit vorstvrij gedeelte is belangrijk om hun poten niet te bevriezen.

Het is af te raden pruimkopparkieten in een houten volière te houden, alhoewel ze minder knagen dan andere soorten, durven ze toch aan het hout van de volière knagen.

Karakter

Het zijn rustige parkieten, die best per koppel gehouden worden, zeker tijdens het kweekseizoen, daarbuiten zijn ze meer verdraagzaam naar soortgenoten.
Ze maken, zeker in vergelijking met andere parkieten, een meer melodieus, minder schel geluid.

Broedvoorziening

Een natuurblok of houten nestkast voor grote parkieten zoals rosella’s en halsbandparkieten zijn geschikt. De ideale maat is 25 x 25 x 60cm, met een invlieggat van minimaal 7cm
en met gaas of latjes aan de binnenkant om eruit te kunnen klimmen.

Leg als nestmateriaal een laagje zacht houtstrooisel (hennepstrooisel) op de bodem van het nest, wat ze eventueel nog kunnen afwerken met wilgentakjes en stro.

Kweek

Als ze 3 jaar oud zijn, kan een koppel voor het eerst tot kweken overgaan.

De pop zal gemiddeld 4 tot 5 witte eitjes leggen (om de dag 1). En na ongeveer 22 tot 24 dagen broeden, enkel door de pop, komen de eitjes uit. Beide ouders zullen de jongen voeden.
Na 8 tot 10 dagen kunnen de jongen geringd worden, met ringen van 5,4mm.

Ook als de jongen na 6 à 7 weken het nest verlaten, zullen ze nog 2 à 3 weken door beide ouders (bij)gevoed worden. Een gezond koppel mag 2 nesten per jaar grootbrengen.

Voeding

Het hoofdvoer in een zadenmengeling voor grote parkieten, aangevuld met trosgierst, onkruidzaden en een beetje fruit en groenten. Eivoer, universeelvoer en kiemzaden moeten ook aangeboden worden, zeker tijdens de kweekperiode.

Verder mogen grit, maagkiezel en sepia ook niet ontbreken.