';
Herkomst |
Deze papegaaiachtige behoort tot de groep van edelparkieten en zijn familie van de halsbandparkieten. Ze leven van oorsprong in Zuidoost-Azië, meer bepaald in India en Sri Lanka. Ze leven meestal in kleine groepen van ongeveer 10 tot 15 vogels en trekken er van hier naar daar op zoek naar voeding. Ze verkiezen open beboste gebieden, tropische savannes met veel bomen en leven vaak in de buurt van landbouwgebieden. |
Afmetingen |
Deze grote parkieten worden zo’n 34 tot 37cm groot en wegen gemiddeld zo’n 110gr. |
Uiterlijk |
Ze hebben een groen lichaam, een lichtgroene borst en buik en donkergroene rug en vleugels. Het meest opvallend is hun kop. De jonge vogels hebben dezelfde kleur als de popjes, eens hun derde levensjaar beginnen de jonge mannetjes te verkleuren. |
Geslachts verschil |
Het is een seksueel diformische soort, er is een duidelijk verschil in kleur tussen beide geslachten. Allereerst is er de kleur van de kop, paarsroze of blauwgrijs. |
Kleuren |
Naast de wildkleur bestaan er al enkele kleurmutaties. Bijvoorbeeld: Cinnamon, opaline en lutino. |
Huisvesting |
Ze kunnen zowel in een voldoende grote kooi, in een binnen-, als in een buitenvolière gehouden worden. In een buitenvolière kunnen ze in de winter buiten blijven, als er een vorstvrij nachthok aanwezig is. Dit vorstvrij gedeelte is belangrijk om hun poten niet te bevriezen. Het is af te raden pruimkopparkieten in een houten volière te houden, alhoewel ze minder knagen dan andere soorten, durven ze toch aan het hout van de volière knagen. |
Karakter |
Het zijn rustige parkieten, die best per koppel gehouden worden, zeker tijdens het kweekseizoen, daarbuiten zijn ze meer verdraagzaam naar soortgenoten. |
Broedvoorziening |
Een natuurblok of houten nestkast voor grote parkieten zoals rosella’s en halsbandparkieten zijn geschikt. De ideale maat is 25 x 25 x 60cm, met een invlieggat van minimaal 7cm Leg als nestmateriaal een laagje zacht houtstrooisel (hennepstrooisel) op de bodem van het nest, wat ze eventueel nog kunnen afwerken met wilgentakjes en stro. |
Kweek |
Als ze 3 jaar oud zijn, kan een koppel voor het eerst tot kweken overgaan. De pop zal gemiddeld 4 tot 5 witte eitjes leggen (om de dag 1). En na ongeveer 22 tot 24 dagen broeden, enkel door de pop, komen de eitjes uit. Beide ouders zullen de jongen voeden. Ook als de jongen na 6 à 7 weken het nest verlaten, zullen ze nog 2 à 3 weken door beide ouders (bij)gevoed worden. Een gezond koppel mag 2 nesten per jaar grootbrengen. |
Voeding |
Het hoofdvoer in een zadenmengeling voor grote parkieten, aangevuld met trosgierst, onkruidzaden en een beetje fruit en groenten. Eivoer, universeelvoer en kiemzaden moeten ook aangeboden worden, zeker tijdens de kweekperiode. Verder mogen grit, maagkiezel en sepia ook niet ontbreken. |