';
KaRo Dwerggoerami

Zoom in

Artikelnummer: 4
Colisa lalia

Dwerggoerami - Colisa lalia

Herkomst

Ze behoren tot de familie van de labyrintvissen (Osphronemidae). Ze zijn afkomstig van Azië, meer bepaald: Noordoost-India, Pakistan en Bangladesh. Daar leven ze in ondiepe wateren met stilstaand tot langzaam stromend water, met een dichte begroeiing. Zoals andere vissen uit hun familie hebben ze buiten kieuwen nog een ademhalingsorgaan, hun labyrint. Ze kunnen lucht happen aan het wateroppervlak en die vast houden in enkele “kamers” aan beide zijden van hun kop. Zo kunnen ze overleven in zuurstofarm water.

Levensverwachting

Ze kunnen zo’n 3 jaar oud worden.

Afmetingen

Ze worden gemiddeld zo’n 5 tot 6cm lang, daarmee zijn ze 1 van de kleinste goerami’s.

Uiterlijk

Ze hebben het typische lichaam van een goerami inclusief de voelsprieten.
Die voelsprieten zijn niet alleen mooi, maar dienen ook als zintuigen.

De felgekleurde, mannelijke visjes hebben een rood lichaam met felle, blauwe strepen.

Hun rug-, anaal- en buikvinnen zijn mooi blauw en hun staartvin is rood / blauw gestreept.

De veel minder fel gekleurde vrouwtjes zijn valledig bruin, met een zilveren of oranje gloed.

Kleuren

De meest voorkomende kweekvormen zijn de rode varianten (zonder de blauwe strepen over hun lichaam)
en de blauwe (met veel minder, tot bijna geen rood).

Geslachts-onderscheid

Het verschil is duidelijk te zien. De mannetjes zijn algemeen mooier en feller gekleurd dan de bruine vrouwtjes.
Volwassen mannetjes zijn normaal ook is groter dan de vrouwtjes

Aquarium

Het zijn rustige, vredelievende, iets wat schuwe visjes, die met een (klein) groepje in een mooi beplant aquarium kunnen gehouden worden. Of in een gezelschapsaquarium samen met andere soorten met hetzelfde temperament en formaat. Ze kunnen niet met alle soorten vissen gecombineerd worden, let op met te dominante of agressieve vissen. Combineer ze nooit met te actieve barbelen of te agressieve sumatranen. Een aquarium van minimaal 50L of meer is aan te raden voor een koppeltje of meer dwerggoerami’s. Voor de inrichting van het aquarium kunnen planten, rotsen, hout of andere decoratie gebruikt worden. Ideaal is veel randbeplanting en voldoende vrije zwemruimte in het midden. Voorzie zeker voldoende schuilmogelijkheden, ook door middel van drijfplanten.
Het zijn vissen die vooral in het onderste en middelste deel van hun aquarium zwemmen.
Tip: gebruik donker grind, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit.

Temperatuur

De ideale temperatuur ligt tussen 24 en 26°C., maar je kan ze houden van 20 tot 30°C.
Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen.

En zorg dat hun aquarium afgedekt is of dat de omgevingstemperatuur voldoende warm is.
Anders kunnen ze onderkoeld geraken door te koude lucht te happen aan het wateroppervlak.

Waterwaarden

Aan te raden is een pH van 5 tot maximaal 7, een GH van 2 tot 7° DH, een KH tussen 1 en 5° Dh,
geen nitriet (NO2), geen ammoniak (NH3) en bijna geen nitraat (NO3 < 25mg/l).

Verzorging

Het houden van dwerggoerami’s eist enige ervaring, maar mits de juiste verzorging kunnen ze makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 10 à 15% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering, met een heel zachte stroming, een beetje extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie. Ze kunnen per koppel gehouden worden of met meerdere koppels.

Kweken

Plaats een koppeltje is een kweekaquarium van ongeveer 15cm diep, dat goed verlicht is en met veel beplanting ingericht. Het mannetjes bouwt een schuimnest met luchtbelletjes aan het wateroppervlak tussen drijfplanten.
Als het nest klaar is, zal hij indruk proberen te maken op het vrouwtje. Het vrouwtje zal naar het mannetje toekomen, waarna ze elkaar met hun voelsprieten beginnen aanraken. Vervolgens kan ze eitjes gaan leggen, het mannetje en het vrouwtje draaien zich rond elkaar en zo worden de gelegde eitjes direct bevrucht.
De eitjes zinken naar de bodem en het mannetje verzamelt ze in het nest. Hij zal haar dan wegjagen en zij moet dan uit het territorium verwijderd worden. Het mannetje zal voor het nest zorgen, alles schoon houden en gevallen eitjes terugbrengen. Na 24 uur komen de eitjes uit en nog een dag later zwemmen de kleintjes vrij rond.
Dan wordt het mannetje ook bij de jongen weg gehaald, anders zal hij ze opeten.
De jonge visjes zijn heel klein en eten heel fijn voer. Ze zijn ook bijzonder gevoelig qua waterwaarden, ververs daarom regelmatig kleine hoeveelheden water en let op met overvoederen.

Voeding

Het zijn alleseters, ze eten droogvoer (vlokken en granulaat), levend voer en diepvriesvoer, zolang met maar fijn genoeg is. Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren!
Ze mogen 1 of 2 keer per dag een kleine hoeveelheid voeding krijgen.
Maar geef niet te veel per keer, geef wat ze in ongeveer 1 minuut op krijgen.