';
Herkomst |
Deze kleine prachtvinken leven in de dorre grassteppen van Oost-Afrika. |
Afmetingen |
Ze worden zo’n 13 à 14cm groot. |
Uiterlijk & Geslachts verschil |
De mannetjes hebben een fel blauw en bruin van kleur. De popjes zijn minder fel gekleurd. Het blauw is lichter blauw, het bruin is lichter (grijs)bruin. De popjes hebben ook een bruine kruin (blauw bij de mannetjes). Ze hebben donkere ogen, een opvallend rode snavel en grijzig roze pootjes. |
Huisvesting |
Ze kunnen zowel in een sierkooi, in een kweekkooi, in een binnenvolière, als in een buitenvolière gehouden worden. Ze kunnen zowel per koppel in een kooitje, als met andere vogels in een volière gehouden worden. In de winter kunnen ze ook in een buitenvolière blijven als er een verwarmd nachthok aanwezig is, een minimale temperatuur van 10°C is noodzakelijk. |
Broedvoorzieningen |
Het ideale nest is een gesloten of halfopen nestkastje van ongeveer 10 x10 x 12cm met een opening van minimaal 3cm. Of een exotenkorf in pitriet of kokos. Dit zullen ze afwerken met nestmateriaal voor exoten In een beplante volière kunnen ze hun nest ook zelf maken in een struik. |
Kweek |
Nadat het koppeltje gevormd is en het nestje gebouwd, zal het popje beginnen leggen. Het popje zal 4 tot 6 eitjes leggen. |
Voeding |
Het hoofdvoer bestaat uit een zaadmengeling voor tropische vogels, aangevuld met onkruidzaden en Japanse millet. Ook trosgierst zullen ze sterk appreciëren. |