';
Herkomst |
Ze behoren tot de familie van de cichliden (Cichlidae). |
Afmetingen |
De mannetjes worden gemiddeld zo’n 9 à 10cm lang en de vrouwtjes zo’n 7 à 8cm. |
Levensverwachting |
Onder de juiste omstandigheden kunnen ze zo’n 9 jaar oud worden. |
Uiterlijk |
Ze vallen vooral op door hun paarse (kersen) buik, maar ze zijn algemeen mooi gekleurd. |
Geslachtsonderscheid |
De rug- en anaalvinnen van een mannetje zijn langer en scherper, terwijl ze bij een vrouwtje korter en meer afgerond zijn. De vrouwtjes hebben een iets rondere buik dan de mannetjes. |
Aquarium |
Het zijn vissen, die per koppel leven en zo ook moeten gehouden worden, extra mannen of vrouwen zullen opgejaagd worden. Ze kunnen in een gezelschapsaquarium gecombineerd worden met rustige cichlide soorten en andere niet te kleine vissen die tegen een stootje kunnen. Enkel tijdens het kweekseizoen zijn ze heel territoriaal, dat vormt geen probleem voor andere soorten als ze het territorium respecteren, maar soortgenoten zullen meer verjaagd worden. Een aquarium van minimaal 80cm of meer is aan te raden, omdat ze in het kweekseizoen een territorium zullen afbakenen. Voor de inrichting van het aquarium kunnen planten, rotsen, hout of andere decoratie gebruikt worden, voorzie meerdere grotjes. Zorg voor een redelijk dikke laag fijn grind of zand, waarin ze kunnen wroeten. Tip: gebruik fijn, donker grind of rivierzand, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit. |
Temperatuur |
De ideale temperatuur ligt ergens tussen 22 en 25°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen. |
Waterwaarden |
Aan te raden is een pH van 6.0 tot 7.0, een GH van 5 tot 7° DH, een KH tussen 3 en 5° Dh, |
Verzorging |
Het houden van kersenbuikcichliden eist weinig ervaring, mits de juiste verzorging kunnen ze makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 10 tot 20% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een ruim aquarium met een matige verlichting en weinig stroming. |
Kweken |
Het kweken is redelijk eenvoudig. Ze vormen een koppel, als het vrouwtje klaar is om te paren (haar buik is fel paarsrood gekleurd), zal ze haar flank laten zien aan het mannetje en licht trillende bewegingen maken. Het koppel zoekt dan een hol en ze maken het proper. Daar legt het vrouwtje zo’n 50 à 100 tot maximaal 200 eitjes. De ouders beschermen het nest, de jongen en hun volledig territorium. |
Voeding |
Het zijn alleseters, ze eten droogvoer (vlokken en granulaat voor cichliden), levend voer en diepvriesvoer. In de natuur eten ze vooral plantaardig – en een beetje dierlijk afval. |