';
Herkomst |
Ze behoren tot de familie van de Cyprinidae of karpers. Ze zijn afkomstig van Azië, meer bepaald het oosten van India en Bangladesh. Daar leven ze in stilstaand water, kleine beekjes en overstroomde velden. Maar soms ook in kanalen met sneller stromend water. |
Afmetingen |
Ze worden gemiddeld zo’n 3 à 4cm, tot maximaal 6cm lang. |
Levensverwachting |
Ze worden gemiddeld zo’n 2, tot maximaal 3 jaar oud. |
Uiterlijk |
Ze vallen in een aquarium op door hun mooie glans. |
Varianten |
Naast de “gewone” luipaarddanio’s, zijn er ook longfin varianten (met lange vinnen). |
Geslachtsonderscheid |
De mannetjes zijn meestal iets kleiner en slanker dan de iets vollere vrouwtjes. |
Aquarium |
Het zijn actieve, sociale scholenvissen, die met een groep in een mooi beplant gezelschapsaquarium kunnen gehouden worden. Een aquarium van minimaal 50L of meer is aan te raden voor een schooltje van 5 of meer luipaarddanio’s, samen met andere niet-agressieve visjes. Opgelet: zorg dat het aquarium goed afgedekt is, want ze hebben niet veel nodig om eruit te springen. |
Temperatuur |
De ideale temperatuur is 24°C, maar mag tussen 18 en 26°C liggen. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen. |
Waterwaarden |
Aan te raden is een pH tussen 6.0 en 8.0, een GH van 5 tot 14° DH, een KH tussen 3 en 12° Dh, |
Verzorging |
Het houden van luipaarddanio’s eist weinig of geen ervaring en ze kunnen makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 10% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering, een beetje extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie. Ze worden best in een groep van minimaal 5 stuks gehouden, maar liever zelfs meer. Hoe groter de school, hoe beter voor de vissen en hoe mooier. |
Kweken |
Het kweken is redelijk eenvoudig. Zorg voor een klein schooltje, met meer mannetjes dan vrouwtjes, die goed gevoed zijn met levend- of diepvriesvoer. Plaats ze in een klein aquarium (20 tot 40L) van 23°C en richt het aquarium in met knikkers of een legrooster als bodem en eventueel wat Javamos. Zorg voor een zwakke belichting en gebruik een sponsfilter. |
Voeding |
Het zijn een echte alleseters. Ze eten droogvoer zoals vlokken, granulaat en voedertabletten en levend- en diepvriesvoer zoals watervlooien, tubifex en muggenlarven. Plantaardige voeding mag zeker niet ontbreken, geef regelmatig voeding met spirulina en algentabletten. Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren! |