';
KaRo Prachtbarbeel

Zoom in

Artikelnummer: 4
Pethia conchonius

Prachtbarbeel - Pethia conchonius

Herkomst

Ze behoren tot de familie van de Cyprinidae of karperachtigen.
Ze zijn afkomstig  van Zuidwest-Azië, meer bepaald Noord-India, Bangladesh, Pakistan en Nepal.
Ze leven er in vijvers en andere traag stromende wateren.

Afhankelijk van waar ze leven, verschillende ze in kleur en intensiteit, maar ze zijn algemeen minder mooi gekleurd dan de op kleur uitgeselecteerde nakweek in gevangenschap.

Levensverwachting

Onder de juiste omstandigheden worden ze gemiddeld zo’n 5 tot 6 jaar oud.

Afmetingen

Ze worden gemiddeld zo’n 6 tot 8cm lang in een aquarium, in het wild worden ze een stuk groter..

Uiterlijk

Ze vallen in een aquarium op door de geelgroene kleur van de rug, die overgaat naar meer oranjerood via de flanken naar de buik. Over hun volledige lichaam hebben ze mooie, glanzende schubben. Voor hun staart, ter hoogte van hun aarsvin, hebben ze een duidelijke zwarte vlek.

Geslachtsonderscheid

Het verschil is redelijk duidelijk te zien. De mannetjes zijn slanker dan de vollere vrouwtjes.
En de mannetjes zijn ook iets algemeen feller gekleurd, veel roder en meer glanzend.

Aquarium

Het zijn actieve scholenvissen, die een mooi beplant gezelschapsaquarium kunnen gehouden worden samen met andere soorten met hetzelfde temperament (levendig).
Ze kunnen niet met alle soorten vissen gecombineerd worden, omdat ze aan de vinnen van andere vissen durven bijten als ze zich gaan vervelen. Ze worden dus best niet gecombineerd met vissen met lange staarten of voelsprieten zoals guppy’s, maanvissen of goerami’s.
Een aquarium van minimaal 70L of meer is aan te raden voor een schooltje van 5 of meer prachtbarbelen.

Voor de inrichting van het aquarium kunnen planten, rotsen, hout of andere decoratie gebruikt worden. Ideaal is veel randbeplanting en vrije zwemruimte in het midden om te kunnen grondelen.
Het zijn actieve vissen, die in groep vooral in het middelste deel van hun aquarium zwemmen.
Het is aan te raden om fijn, niet-scherp grind of zand te gebruiken omdat ze graag wroeten.

Tip: gebruik donker grind, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit.

Temperatuur

De ideale temperatuur is 24 à 25°C, maar mag tussen 16 en 28°C liggen. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen. Ze kunnen, in tegenstelling tot veel andere tropische vissen, al op een iets lagere temperatuur gehouden worden.

Waterwaarden

Aan te raden is een pH van 6 à 8, een GH van 5 tot 14° DH, een KH tussen 3 en 12° Dh,
geen nitriet (NO2), geen tot bijna geen nitraat (NO3 < 1mg/l) en geen Chloor.

Ze stellen geen hoge eisen naar waterwaarden en zijn daarom ook geschikt voor beginners.

Verzorging

Het houden van prachtbarbelen eist weinig ervaring en ze kunnen makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 10% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering met voldoende stroming, extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie. Ze worden best in een groep van minimaal 5 stuks gehouden.

Kweken

Het kweken met prachtbarbelen is vrij eenvoudig. Vang een goed koppel uit de schooltje en zorg dat ze goed gevoed zijn met levend- of diepvriesvoer. Plaats ze in een klein aquarium van minimaal 24°C, met knikkers of heel grof grind als bodem en richt het in met Javamos en andere fijnbladige planten. Zorg voor een deksel zodat ze er niet uitspringen en gebruik een sponsfilter. Door de kweekbak in het zonlicht te zetten, zullen ze sneller tot paren overgaan. De vrouwtje kunnen tot 300 eitjes afzetten. Ze kennen geen broedzorg en de volwassen vissen moeten direct na het paren van de eitjes worden gescheiden. De kweekbak wordt voor de eitjes licht verduisterd. Na een incubatieperiode van +- 30 uur komen de eitjes uit, waarna ze met fijn droogvoer en artemia-naupliën gevoed worden.

Voeding

Het zijn een echte alleseters. Ze eten droogvoer zoals vlokken, granulaat en voedertabletten en levend- en diepvriesvoer zoals watervlooien, tubifex en muggenlarven. Plantaardige voeding mag zeker niet ontbreken, geef regelmatig voeding met spirulina en algentabletten.

Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren!