';
KaRo Citroen- of napoleonwever

Zoom in

Artikelnummer: 1
Euplectus afer

Citroenwever of Napoleonwever - Euplectus afer

Herkomst

Deze soort kent enkele ondersoorten. De meest gekende en in de volières voorkomende is Euplectus afer afer. Deze zijn afkomstig van West-Afrika, waar ze moerassen en graslanden in de buurt van water bewonen.

Afmetingen

Ze worden gemiddeld 10 tot 13cm groot.

Uiterlijk

& Geslachtsverschil

De popjes zijn overwegend grijs/bruin gekleurd, met zwartbruine strepen.

De popjes zijn van andere soorten te onderscheiden door hun dikke, gele oogstrepen.

De mannetjes zijn in het kweekseizoen opvallend zwart/geel gekleurd.

Daarbuiten hebben dezelfde kleuren en tekening als de popjes.

Ook de jonge vogels zijn identiek gekleurd. Zie je 1 opvallend geel of zwart pluimpje verschijnen, dan ben je zeker dat het een mannetje is!

Huisvesting

Ze kunnen zowel in een sierkooi, in een kweekkooi, in een binnen-, als in een buitenvolière gehouden worden. Hun voorkeur gaat uit naar en beplante buitenvolière. In een buitenvolière kunnen ze in de winter buiten blijven, als er een tocht- en vorstvrij nachthok aanwezig is. Ze kunnen per koppel of nog beter met 1 man en enkele popjes gehouden worden. Of in een groepje als er genoeg ruimte en beschutting is.

Ze hebben over het algemeen een zacht karakter, maar in de kweekperiode durven de mannen hun nesten redelijk agressief verdedigen.

En in een ruime gezelschapsvolière kunnen ze makkelijk bij andere exotische vogels, inlandse vogels en kanaries gehouden worden.

Broedvoorziening

Voorzie voldoende nestmateriaal voor exoten (jute, sisal , dierlijk haar en vooral kokosvezel), hiermee zal (zullen) de man(nen) in een beplante volière nesten maken zo hoog mogelijk in het groen. Ze durven hun bolvormige nesten ook aan de bovenkant van de volière vastmaken. Verder kunnen ook exotenkorfjes van pitriet of kokoshaar dienst doen als basis.

Kweek

Het popje zal een nest kiezen en dit nog afwerken langs binnen en daar zal de pop 2 of 3 lichtblauwe eitjes leggen. Na 13 à 14 dagen broeden (door de pop) zullen deze uitkomen.

Na enkele dagen kunnen de jongen geringd worden (2,7mm).

Enkel de pop zal de jongen voeren, voornamelijk met veel insecten. Na 10 à 12 dagen zitten de jongen al goed in de pluimen en na 3 weken gaan ze uitvliegen.

Waarna ze nog 3 weken (bij)gevoerd zullen worden door beide ouder (niet alleen door de pop maar vanaf ze uitvliegen ook door de man) vooraleer ze volledig zelfstandig zijn.

Na ongeveer 1 jaar zijn ze volledig op kleur en tot dan mogen ze zeker bij de ouders in de volière blijven. Een gezond koppel mag tot 3 nestjes per jaar grootbrengen.

Voeding

Het hoofdvoer is een zadenmengeling voor tropische vogels.

Dit kan aangevuld worden met wilde zaden, Japanse millet en trosgierst.

Vooral tijdens de kweekperiode, maar in kleinere hoeveelheden eigenlijk het hele jaar, best eivoer, eventueel kiemzaden, een universeelvoer, insectenvoer en levend voer aanbieden. En grit, maagkiezel en sepia moeten altijd aanwezig zijn.

Bijzonderheden

Ze vliegen overal in de volière maar zijn geen fan van te felle zon.

Ze houden van een ondiep bakje met vers badwater.