';
KaRo Zijlvin algeneter L165

Zoom in

Artikelnummer: 4
Glyptoperichthys gibbiceps

Zijlvin algeneter L165 - Glyptoperichthys gibbiceps

Herkomst

Ze behoren tot de familie van de Loricariidae of harnasmeervallen.
Ze zijn afkomstig van Zuid-Amerika, het Amazonegebied, meer bepaald Brazilië, Venezuela, Equator en Peru. Daar bewonen ze de bovenloop en middelste delen van de Amazone en het gebied rond de Rio Orinoco. Ze verkiezen donkere plaatsen met veel beplanting en boomwortels.

Levensverwachting

Onder de juiste omstandigheden kunnen ze tot 15 jaar oud worden.

Afmetingen

Het zijn vissen die groot kunnen worden, ook in een kleiner aquarium, ze groeien er trager, maar ze blijven groeien. In het wild worden ze meestal zo’n 50 tot 80cm lang, maar in een aquarium blijven ze meestal iets kleiner (tot 45cm).

Uiterlijk

Deze grote meervallen hebben eerst en vooral al de gekende kenmerken. Ze hebben een platte en iets zachtere buik. En natuurlijk ook hun hard schild, hun “harnas”, dit zijn harde beenplaten op de bovenkant van hun kop en lichaam.
Verder hebben ze hun grote zuigmond om voedsel vast te kunnen pakken, alg van stenen te halen of hout af te schrapen. Aan beide zijden van hun bek hebben ze een baarddraad.
En hun ogen zijn aangepast aan het nachtleven, hun cirkelvormige irissen zijn aan 1 kant onderbroken en bij te veel licht kunnen ze deze sluiten tot een dun streepje.

Kenmerkend voor deze soort is ook de grote, hoge rugvin die ze kunnen inklappen.
Deze bestaat uit 9 of meer vinstralen, terwijl andere harnasmeervallen er maar 8 of minder hebben.
En hun basiskleur varieert van lichtbruin, naar donkerbruin, tot zwart.
Maar zij vallen vooral op door hun pantermotief, met ouder worden, verkleinen de vlekken.

Geslachtsonderscheid

Het verschil is zelfs bij volwassen exemplaren (bijna) niet te zien.
Bij de mannetjes is er (voor een expert) een bult te zien waar het geslachtsorgaan zich bevindt.

Aquarium

Het zijn nacht-actieve vissen, die alleen in een groot gezelschapsaquarium kunnen gehouden worden.
Maar ook met soortgenoten, maar dan enkel in een heel groot aquarium. Ook de combinatie met andere vissen is perfect mogelijk. Ze kunnen agressief zijn tegenover soortgenoten, maar zullen zelf kleine visjes van andere soorten gerust laten. Omdat het nacht-actieve vissen zijn vragen ze voldoende verstopmogelijkheden met stenen, kienhout, mangrovewortels of ceramische grotjes.
Ook (drijf)plantjes zorgen voor extra schaduwkleppen. Als er echte planten in het aquarium gezet worden, let er dan op dat ze stevig genoeg zijn. Tijdens de dag zoeken ze de donkere plaatsen op en zijn ze weinig te zien, ’s avonds en ’s nachts gaan ze naar eten op zoek.
Tip: gebruik donker grind, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit.

Temperatuur

De aan te raden temperatuur ligt tussen 22 en 28°C, de ideale tussen 24 en 26°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen.

Waterwaarden

Aan te raden is een pH van 6 à 7, een GH van 5 tot 7 DH, een KH tussen 3 en 5° Dh,
geen nitriet (NO2), geen tot bijna geen nitraat (NO3 < 1mg/l) en geen Chloor.

Verzorging

Het houden van pleco’s eist weinig of geen ervaring en ze kunnen makkelijk gehouden worden, er moet enkel rekening mee gehouden worden dat ze groot worden. Ze stellen geen bijzondere eisen naar waterwaarden. Ververs wekelijks 10 tot 20% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen.
Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering met een redelijk sterke stroming, een beetje extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie.

Kweken

Over het kweken in een aquarium is nog niets gekend en het blijft voorlopig niet mogelijk om ze te kweken. In de natuur of in kweekvijvers in Azië, zullen de volwassen koppels een hol maken in de modderige oeverbanken, net onder het waterniveau.

Voeding

Het zijn een alleseters, met een voorkeur voor groenvoer. Ze schrapen algen van het glas, de stenen en hout. Ze worden dan ook in een aquarium gehouden om deze vrij van algen te houden.
Ze eten ook zachte planten en (kort geblancheerde) groenten zoals komkommer en broccoli.
Maar ook droogvoer met spirulina en algen in de vorm van zinkende voedertabletten speciaal voor alg-etende bodembewoners zijn een noodzakelijke aanvulling aan hun dieet. En ze eten ter afwisseling ook levend- of diepvriesvoer. Een gezond dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren!