';
Herkomst |
Ze behoren tot de familie van de Callichtyidae of pantsermeervallen. Ze zijn afkomstig van Zuid-Amerika, meer bepaald Brazilië en Peru. Daar bewonen ze in grote groepen de rivieren van de Amazone (Rio Ucayali, Rio Yavari, Rio Yasuni, Rio Napo, Rio Caqueta, Rio Amazonas, Rio Purus, Rio Ipixuna, Rio Solimoes). |
Levensverwachting |
Onder de juiste omstandigheden kunnen ze tot 15 jaar oud worden. |
Afmetingen |
Ze worden zo’n 4 tot 6cm lang. |
Uiterlijk |
Deze kleine meervallen hebben zoals de naam zegt een pantser, dit zijn de platen die hun lichaam beschermen. Verder hebben ze ook 2 scherpe weerhaakjes (net onder elk oog 1) en 3 scherpe stekels aan hun vinnen (1 op hun rugvin en 1 aan elke borstvin) om zichzelf te beschermen tegen roofdieren. (Tenslotte hebben sommige soorten ook een gif om als verdediging in te kunnen zetten, deze soort heeft dat niet.) |
Geslachtsonderscheid |
De mannetjes zijn meestal iets kleiner en fijner dan de vrouwtjes. En ze hebben een iets scherpere rugvin. |
Aquarium |
Het zijn actieve, sociale scholenvissen, die met een grote groep in een mooi beplant aquarium kunnen gehouden worden. Of in een gezelschapsaquarium samen met andere soorten met hetzelfde temperament en formaat. Een aquarium van 30L is aan te raden voor 2 stuks en 50L of meer voor een groepje. Tip: gebruik donker grind, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit. Maar het is heel belangrijk om fijn, niet-scherp grind of zand te gebruiken om hun baarddraden niet te kunnen beschadigen. Beschadigde baarddraden kunnen tot schimmels en zelfs de dood leiden. Tenslotte verkiezen ze een laag aquarium, maar is het vooral belangrijk dat er altijd een open wateroppervlak is. Ze zullen geregeld eens naar boven ‘schieten’ om aan het wateroppervlak lucht te komen happen, ze slikken de lucht is en persen die door hun darmen (darmademhaling). |
Temperatuur |
Ze kunnen gehouden worden tussen 22 en 27°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen. |
Waterwaarden |
Aan te raden is een pH van 5 à 7, een GH van 2 tot 7° DH, een KH tussen 1 en 5° Dh, |
Verzorging |
Het houden van borstelmeervallen eist weinig of geen ervaring en ze kunnen makkelijk gehouden worden. Ze stellen geen bijzondere eisen naar waterwaarden, maar ze verkiezen zacht water. Ververs wekelijks 10 à 15 % van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering met een redelijke stroming, een beetje extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de decoratie. |
Kweken |
Het kweken is redelijk eenvoudig. Je kan een groepje (+- 6 stuks) in een kweekaquarium zetten (liefst meer mannetjes), maar ze kunnen ook heel makkelijk in een gezelschapsaquarium kweken. De kweekbak wordt voor de eitjes licht verduisterd. Na een incubatieperiode van ongeveer 3 à 8 dagen komen de eitjes uit, waarna de jongen nog 2 tot 3 dagen van hun dooierzak leven. |
Voeding |
Het zijn een echte alleseters, ze eten alles van voeding dat op de bodem valt. Ze worden dan ook in een aquarium gehouden om de bodem proper te houden. Ze eten als hoofdvoer voedertabletten speciaal voor bodembewoners en dit kan best aangevuld worden met algentabletten en levend- of diepvriesvoer. Een gezond dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren! |