';
KaRo Diamantgoerami

Zoom in

Artikelnummer: 4
Trichogaster leerii

Diamantgoerami - Trichogaster leerii

Herkomst

Deze labyrintvissen (Anabantidae) behoren tot de familie van de goerami’s (Osphronemidae). Ze zijn afkomstig van Zuidoost-Azië, meer bepaald: Maleisië, Thailand, Borneo en Sumatra. Maar zijn ondertussen ook in Singapore en Colombia te vinden. Daar leven ze in ondiepe wateren met stilstaand tot langzaam stromend water.
Met een dichte begroeiing, veel drijfplanten en troebel, lichtzuur water. Zoals andere vissen uit hun familie hebben ze buiten kieuwen nog een ademhalingsorgaan, hun labyrint. Ze kunnen lucht happen aan het wateroppervlak en die vast houden in enkele “kamers” aan beide zijden van hun kop. Zo kunnen ze overleven in zuurstofarm water.

Levensverwachting

Ze kunnen 5 tot maximaal 10 jaar oud worden.

Afmetingen

Deze middelgrote goerami’s kunnen tot maximaal 15cm lang worden.

Maar meestal worden ze in het aquarium slechts 8 tot 12cm.

Uiterlijk

Ze hebben het typische, langgerekte, platte lichaam van een goerami inclusief de voelsprieten. Die voelsprieten zijn niet alleen mooi, maar dienen ook als zintuigen. Hun basiskleur is grijzig blauw en ze hebben aan weerszijden van hun lichaam 2 grote, zwarte stippen. 1 stip in het midden van hun lichaam en 1 vlak voor de staart.

Hun grondkleur is grijzig bruin en ze staan volledig vol met witte puntjes, zoals kleine diamantjes. Verder hebben ze op beide flanken hun typische, door de puntjes onderbroken, zwarte lijn vanaf de ogen tot de staartwortel.
Tenslotte hebben vooral de mannen een oranjerode kleur aan de buik, die in de paartijd fel rood kan worden.

Kleuren

Naast de normale is er ook nog de veel minder voorkomende gouden (gold) variant.

Geslachts-onderscheid

De mannetjes hebben een spitsere rugvin en deze is bij de vrouwtjes meer rond. De mannetjes zijn algemeen ook mooier en feller gekleurd dan de vrouwtjes. Daarnaast zijn de mannetjes meestal iets groter en slanker.

Aquarium

Het zijn rustige vissen, die in een mooi beplant gezelschapsaquarium samen met andere soorten met hetzelfde temperament en formaat kunnen gehouden worden. Let op met te kleine visjes zoals neon tetra’s.
Combineer ze nooit met sumatranen omdat deze niet alleen aan andere vissen hun vinnen durven bijten, maar in dit geval aan de goerami’s hun voelsprieten.
Een aquarium van minimaal 70L of meer is aan te raden voor een koppel goerami’s. Voor de inrichting van het aquarium kunnen planten, rotsen, hout of andere decoratie gebruikt worden. Ideaal is veel randbeplanting en voldoende vrije zwemruimte in het midden. Voorzie veel schuil- en schaduwmogelijkheden, ook door middel van drijfplanten. Het zijn vissen die in het middelste en vooral bovenste deel van hun aquarium zwemmen.
Tip: gebruik donker grind, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit.

Temperatuur

De ideale temperatuur is 24 à 25°C., maar je kan ze houden tussen 22 tot 30°C.
Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen.
En zorg dat hun aquarium afgedekt is of dat de omgevingstemperatuur voldoende warm is.
Anders kunnen ze onderkoeld geraken door te koude lucht te happen aan te wateroppervlak.

Waterwaarden

Qua waterwaarden zijn ze eenvoudig te houden. Een pH van 5,5 tot 7,5 is ideaal.
En verder een GH van 5 tot 14° DH en  een KH tussen 3 en 12° Dh,
geen nitriet (NO2), geen ammoniak (NH3) en bijna geen nitraat (NO3 < 25mg/l).

Verzorging

Het houden van goerami’s eist weinig ervaring en mits de juiste verzorging kunnen ze makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 10 à 15% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering, met een zachte stroming, een beetje extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie.
Ze kunnen per koppel gehouden worden of 1 mannetje met meerdere vrouwtjes.

Kweken

Plaats een koppeltje is een kweekaquarium van ongeveer 15cm diep, dat goed verlicht is en met veel beplanting ingericht. Het mannetjes bouwt een schuimnest met luchtbelletjes aan het wateroppervlak, drijfplanten zij hier ideaal voor. Als het nest klaar is, zal hij indruk proberen te maken op het vrouwtje. Het vrouwtje zal naar het mannetje toekomen, waarna ze elkaar met hun voelsprieten beginnen aanraken. Vervolgens kan ze eitjes gaan leggen (1000 tot 2000 eitjes), het mannetje en het vrouwtje draaien zich rond elkaar en zo worden de gelegde eitjes direct bevrucht. De eitjes zinken naar de bodem en het mannetje verzamelt ze in het nest.
Hij zal haar dan wegjagen en zij moet dan uit het territorium verwijderd worden. Het mannetje zal voor het nest zorgen, alles schoon houden en gevallen eitjes terugbrengen. Na anderhalve dag komen de eitjes uit en nog een dag of 2 later zwemmen de kleintjes vrij rond. Dan wordt het mannetje ook bij de jongen weg gehaald, anders zal hij ze opeten. De jonge visjes zijn heel klein en eten heel fijn stof- en levend voer.

Voeding

Het zijn alleseters, ze eten droogvoer (vlokken en granulaat), levend voer en diepvriesvoer.
Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren!
Ze mogen 1 of 2 keer per dag een kleine hoeveelheid voeding krijgen.
Maar geef niet te veel per keer, geef wat ze in ongeveer 1 minuut op krijgen.