';
Herkomst |
Ze behoren tot de familie van de Atyidae of kreeftachtigen. Ze zijn afkomstig van Azië, meer bepaald in Japan, Taiwan en Korea. Maar ze komen ook in Madagaskar voor. |
Levensverwachting |
Onder de juiste omstandigheden worden ze ongeveer 5 à 6 jaar, tot maximaal 8 jaar oud. |
Afmetingen |
Ze worden gemiddeld zo’n 5 tot maximaal 6cm lang. Als ze groeien, zullen ze vervellen. Het is belangrijk dat ze vervellen, anders kunnen ze sterven. Als ze hun vel of exoskelet achterlaten, is het belangrijk om dat te laten liggen. Ze zullen dit dan ook (deels) opeten voor de mineralen en andere voedingsstoffen. |
Uiterlijk |
Ze hebben de typische kenmerken en vorm van de vele garnalen-soorten. Zoals de voelsprieten vooraan hun kop, 1 korter en 1 langer paar. Ze worden ook wel glasgarnalen genoemd, wegens hun doorzichtig lichaam. Op hun flanken hebben ze 2 rijden met zwart/bruine puntjes of kleine streepjes. Vaak is er een mooi gekleurde band te zien, die over hun rug loopt. En tenslotte hebben de volwassen exemplaren, bij een goede waterkwaliteit, soms een mooie, groene of rode gloed. |
Geslachts-onderscheid |
De vrouwtjes zijn meestal iets groter en de mannetjes iets kleiner. De gekleurde band over hun rug ontbreekt soms bij de mannetjes. De vrouwtjes hebben 2 rijen met streepjes, bij de mannetjes is het 1 met streepjes en 1 (de onderste) met puntjes. En tenslotte kan je bij de volwassen vrouwtjes een olijfgroene eivlek zien. |
Aquarium |
Het zijn sociale scholenvissen, die met een (grote) groep in een mooi beplant, garnalen-aquarium kunnen gehouden worden. Of in een gezelschapsaquarium samen met kleine, maar ook iets grotere, niet-agressieve visjes. Combineer ze nooit met grote vissen zoals maanvissen, omdat die hen als voedsel kunnen aanzien. Een aquarium van minimaal 15L of meer is aan te raden voor een schooltje van 5 of meer Japonica garnalen. Voor de inrichting van het aquarium kunnen planten, rotsen, hout of andere decoratie gebruikt worden. Maar zeker planten, vooral fijn-bladige planten en mossen, worden geapprecieerd. Het zijn visjes die zich graag tussen de planten zullen verstoppen. Op de bodem kan er best zand of heel fijn grind gebruikt worden. Tip: gebruik donker zand of grind, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit. |
Temperatuur |
De ideale temperatuur is 23 à 24°C, maar mag tussen 18 en 26°C liggen. Ze kunnen op kamertemperatuur leven, als deze niet onder de 18°C zakt, maar let wel op voor de noden van eventuele medebewoners. |
Waterwaarden |
Ze stellen geen hoge eisen qua waterwaarden. Aan te raden is een pH van 6 à 7,5, een GH van 5 tot 20° DH, een KH tussen 3 en 14° Dh, geen nitriet (NO2), geen tot bijna geen nitraat (NO3 < 1mg/l), geen Chloor en een lage koperwaarde. |
Verzorging |
Het houden van deze garnalen eist weinig of geen ervaring en ze kunnen makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 10% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Voor de filtering kan er best gebruik gemaakt worden van een mechanische - of een op lucht aangedreven sponsfilter. Let zeker op met te sterke binnen- of buitenfilters, waar de garnaaltjes tegen gezogen kunnen worden en bijgevolg sterven. Ze voelen zich het best in een aquarium met een beetje extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie. Ze worden best in een groep van minimaal 5 à 10 stuks gehouden. Hoe groter de school, hoe beter voor de vissen en vooral hoe mooier. |
Kweken |
Ze zijn moeilijk te kweken, er zijn wel vaak eitjes, maar geen jongen. Ze kweken in zoetwater, maar de jongen (of larven) groeien niet verder uit, daarvoor is brakwater (zoet/zout) nodig. Op de leeftijd van 3 à 4 maand zijn ze geslachtrijp en ze dragen hun eitjes zo’n 6 weken Kweken kan, door een vrouwtje (met eitjes aan) in een klein aquarium te plaatsen tot de eitjes uitkomen. Vervolgens het vrouwtje weg te halen en zoutwater toe te voegen zodat er brakwater ontstaat, waar de larven verder zullen uitgroeien. Na 40 dagen zijn de jongen oud genoeg en kunnen ze terug naar een zoetwateraquarium overgeplaatst worden. |
Voeding |
Het zijn een echte alleseters, Maar ze staan er vooral voor gekend een goede oplossing te zijn voor een algenprobleem. Een schooltje Japonica garnalen kan wel wat draad- en zelfs baardalgen opeten. Ze eten ook droogvoer zoals vlokken, granulaat en voedertabletten en diepvriesvoer. Plantaardige voeding mag zeker niet ontbreken, geef regelmatig voeding met spirulina en algentabletten. Er bestaan ook speciale garnalenpelletjes. Als snack kan je ze zo nu en dan een stukje komkommer en gekookte spinazie bladeren of broccoli aanbieden. Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren! |