';
KaRo Honinggoerami

Zoom in

Artikelnummer: 4
Colisa chuna

Honinggoerami - Colisa chuna

Herkomst

Deze mooie aquariumvisjes behoren tot de familie van de labyrintvissen (Osphronemidae).
Ze zijn afkomstig van Noordoost India en Bangladesh. Daar leven ze in ondiepe wateren met stilstaand tot langzaam stromend water. Zoals andere vissen uit hun familie hebben ze buiten kieuwen nog een ademhalingsorgaan, hun labyrint. Ze kunnen lucht happen aan het wateroppervlak en die vast houden in enkele “kamers” aan beide zijden van hun kop. Zo kunnen ze overleven in zuurstofarm water.

Levensverwachting

Ze kunnen 5 tot maximaal 8 jaar oud worden.

Afmetingen

Ze worden gemiddeld zo’n 5cm lang, daarmee zijn ze 1 van de kleinste goerami’s.

Uiterlijk

Ze hebben het typische lichaam van een goerami inclusief de voelsprieten.
Die voelsprieten zijn niet alleen mooi, maar dienen ook als zintuigen. Hun basiskleur is grijs met (honingachtig) oranje.

Kleuren

Naast de wildkleur is er ook nog een, in gevangenschap zelfs vaker voorkomende, gouden variant.
Deze zijn opvallend geel in plaats van grijs.

Geslachts-onderscheid

Het verschil is duidelijk te zien. De mannetjes zijn algemeen mooier en feller gekleurd dan de vrouwtjes.
Ze hebben een oranje (honingachtige) kleur onderaan hun lichaam en tot hun staart. Verder hebben ze een fel gele rugvin en een zwarte buik. De vrouwtjes zijn minder fel gekleurd en hebben een grijsbruine, horizontale streep in het midden van hun lichaam. Tijdens het kweekseizoen zijn de kleuren het felst en is het kleurverschil het duidelijkst. Maar het onderscheid is ook ander te zien, de mannetjes hebben sowieso een langere, scherpere rugvin en de vrouwtjes een kortere, meer afgeronde. Volwassen vrouwtjes zijn meestal ook is groter/dikker.

Aquarium

Het zijn rustige, vredelievende, iets wat schuwe visjes, die met een (klein) groepje in een mooi beplant aquarium kunnen gehouden worden. Of in een gezelschapsaquarium samen met andere soorten met hetzelfde temperament en formaat. Ze kunnen niet met alle soorten vissen gecombineerd worden, let op met te dominante of agressieve vissen. Combineer ze nooit met te actieve barbelen of te agressieve sumatranen. Een aquarium van minimaal 50L of meer is aan te raden voor een groepje van 3 of meer honinggoerami’s. Voor de inrichting van het aquarium kunnen planten, rotsen, hout of andere decoratie gebruikt worden. Ideaal is veel randbeplanting en voldoende vrije zwemruimte in het midden. Voorzie zeker voldoende schuilmogelijkheden, ook door middel van drijfplanten.
Het zijn vissen die vooral in het middelste en bovenste deel van hun aquarium zwemmen.
Tip: gebruik donker grind, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit.

Temperatuur

De ideale temperatuur ligt tussen 22 en 26°C., maar je kan ze houden van 20 tot 30°C.
Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen.

Waterwaarden

Aan te raden is een pH van 5 tot maximaal 7, een GH van 2 tot 7° DH, een KH tussen 1 en 5° Dh,
geen nitriet (NO2), geen ammoniak (NH3) en bijna geen nitraat (NO3 < 25mg/l).

Verzorging

Het houden van honinggoerami’s eist enige ervaring, maar mits de juiste verzorging kunnen ze makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 10 à 15% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen.
Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering, met een heel zachte stroming, een beetje extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie.

Ze kunnen per koppel gehouden worden of met meerdere koppels, maar ideaal is per mannetje 2 vrouwtjes te voorzien. Buiten de kweekperiode leven ze echt per koppel, maar tijdens de kweekperiode is het aan te raden dat de mannetjes hun aandacht een beetje kunnen verdelen.

Kweken

Plaats een koppeltje is een kweekaquarium van ongeveer 15cm diep, dat goed verlicht is en met veel beplanting ingericht. Het mannetjes bouwt een schuimnest met luchtbelletjes aan het wateroppervlak.
Als het nest klaar is, zal hij indruk proberen te maken op het vrouwtje. Het vrouwtje zal naar het mannetje toekomen, waarna ze elkaar met hun voelsprieten beginnen aanraken. Vervolgens kan ze eitjes gaan leggen (+- 20 eitjes), het mannetje en het vrouwtje draaien zich rond elkaar en zo worden de gelegde eitjes direct bevrucht.
De eitjes zinken naar de bodem en het mannetje verzamelt ze in het nest. Hij zal haar dan wegjagen en zij moet dan uit het territorium verwijderd worden. Het mannetje zal voor het nest zorgen, alles schoon houden en gevallen eitjes terugbrengen. Na anderhalve dag komen de eitjes uit en nog een dag of 2 later zwemmen de kleintjes vrij rond.
Dan wordt het mannetje ook bij de jongen weg gehaald, anders zal hij ze opeten.
De jonge visjes zijn heel klein en eten heel fijn voer. Ze zijn ook bijzonder gevoelig qua waterwaarden, ververs daarom regelmatig kleine hoeveelheden water en let op met overvoederen.

Voeding

Het zijn alleseters, ze eten droogvoer (vlokken en granulaat), levend voer en diepvriesvoer, zolang met maar fijn genoeg is. Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren!
Ze mogen 1 of 2 keer per dag een kleine hoeveelheid voeding krijgen.
Maar geef niet te veel per keer, geef wat ze in ongeveer 1 minuut op krijgen.