';
Herkomst |
Ze komen oorspronkelijk van Europa, ze leven in scholen en op plekken met zuurstofrijk water. Ze leven in vele rivieren, klein tot groot, traag tot snel stromend. |
Levensverwachting |
Onder de juiste omstandigheden worden ze gemiddeld 20 tot maximaal 25 jaar oud.. |
Afmetingen |
Afhankelijk van de grootte van de vijver, worden ze meestal zo’n 40cm, tot maximaal 50cm, groot. |
Uiterlijk |
Ze hebben een heel langgerekt lichaam en een naar voor stekende neus met eronder een brede / stompe bek. Tenslotte hebben ze een korte anaalvin. |
Kleur |
De jongen zijn zilverachtig grijs. Als ze ouder worden, wordt de rug meer blauwgroen, de buik wit, de flanken zilver met een koperachtige gloed en de vinnen oranje(rood). In de paaitijd krijgen ze een zwarte paaiuitslag en de mannetjes ook een rode kleur op de buik. |
Vijver |
Het zijn eenvoudig te houden vissen, ideaal voor in een vijver in combinatie met andere sociale vissen, die dezelfde eisen stellen. Als ze jong zijn, kunnen ze zowel in een ruim aquarium, als in een tuinvijver gehouden worden. Maar later moeten ze naar een tuinvijver verhuizen. De ideale vijver is minimaal 70cm diep en is beplant met veel planten, om te kunnen schuilen. |
Temperatuur |
Ze zijn winterhard en kunnen gehouden worden tussen 4 en 26°C. Ze verkiezen een temperatuur tussen 10 en 20°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen. Als ze buiten overwinteren, als de temperatuur lager ligt dan 10°C, hoeft er niet te worden bijgevoerd. |
Waterwaarden |
Aan te raden is een pH van 6 à 8, een GH van 5 tot 14° DH, een KH tussen 3 en 12° Dh, geen nitriet (NO2), geen tot bijna geen nitraat (NO3 < 1mg/l) en geen Chloor. |
Verzorging |
Het houden van nasen algeter eist weinig ervaring en ze kunnen makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 20 tot 25% van het aquariumwater, geef niet te veel eten en maak de filter regelmatig schoon. En voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze kunnen in groep, maar ook solitair gehouden worden en de verhouding mannetjes/vrouwtjes is van geen belang. |
Kweken |
Op de leeftijd van 2 à 3 jaar zijn ze volwassen. In een vijver kunnen ze eenvoudig tot kweken overgaan. De paaitijd duurt 2 à 3 dagen, dit vindt meestal plaats in de maart/april, ook al is het dan nog redelijk koud (al vanaf 8°C). Het vrouwtje kan enkele duizenden eitjes op bladeren van planten afzetten. Het mannetjes bevrucht de eitjes en 10 tot 20 dagen later komen ze uit. Er moet gezorgd worden dat de jongen zich goed kunnen verschuilen tussen de waterplanten. De jongen worden met fijn levend voer grootgebracht. |
Voeding |
Het zijn alleseters, Zorg voor voldoende variatie. Als basis wordt droogvoer gegeven, ideaal zijn korrels of sticks. Korrels bevatten meer voeding dan vlokken en de vissen moeten er dan ook niet zoveel van eten, verder vervuilen de vlokken het water sneller. Ze mogen 1 tot 2 keer per dag een kleine hoeveelheid voeding krijgen, maar voor de vertering is het aan te raden om regelmatig een dag over te slaan. Geef wat ze in ongeveer 1 à 2 minuten op krijgen, anders eten ze gegarandeerd te veel. In een aquarium, als ze jong zijn, kan als extra af en toe diepvriesvoer gegeven worden, in een vijver eten ze sowieso levende insecten. Ook kunnen ze algen van stenen en rotsen schrapen. |