';
KaRo Goudwinde

Zoom in

Artikelnummer: 6
Leuciscus idus

Goudwinde - Leuciscus idus

Herkomst

De winde is afkomstig van Europa, meer bepaald van de noordelijke Alpen tot Siberië. De goudwinde is een gekweekte variant.

Levensverwachting

Onder de juiste omstandigheden kunnen ze heel oud worden, 50 tot 100 jaar.

Afmetingen

Afhankelijk van de grootte van hun vijver, worden ze gemiddeld zo’n 40cm groot. Maar in hele grote vijvers zijn uitzonderingen tot maximaal 80cm mogelijk.

De mannetjes worden meestal iets groter (tot +- 10cm) dan de vrouwtjes.

Uiterlijk

Het is een redelijk snelle, ietwat schichtige scholenvis met een slanke, gestroomlijnde vorm. De goudwinde is voornamelijk oranje van kleur (licht tot diep oranje), met donkere vlekjes.

Varianten

Naast de goudwinde zijn er ook blauwe-, zilver-, regenboog- en driekleurenwindes. Deze verschillen enkel qua uiterlijk.

Vijver

Het zijn eenvoudig te houden vissen, ideaal voor in een vijver in combinatie met andere sociale vissen, die dezelfde eisen stellen. Als ze jong zijn, kunnen ze zowel in een ruim aquarium, als in een tuinvijver gehouden worden. Maar later moeten ze naar een ruime tuinvijver verhuizen. De ideale vijver is minimaal 80cm diep en is (licht) beplant.

Let op de rand van de vijver, zodat ze er niet naast kunnen springen. Goudwindes jagen op muggen en andere insecten door uit het water te springen en kunnen tot 30cm hoog springen.

Het is een sterke vis, maar ze eisen wel gezond, goed gefilterd, zuurstofrijk water. Een krachtige filter en eventueel een watervalletjes of een fontein zijn aan te raden.

Temperatuur

Goudwinden zijn winterhard en kunnen gehouden worden tussen 4 en 26°C. Ze verkiezen een temperatuur tussen 10 en 22°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen. Als ze buiten overwinteren, als de temperatuur lager ligt dan 10°C, hoeft er niet te worden bijgevoerd.

Waterwaarden

Aan te raden is een pH van 6 à 8, een GH van 5 tot 14° DH, een KH tussen 3 en 12° Dh, geen nitriet (NO2), geen tot bijna geen nitraat (NO3 < 1mg/l) en geen Chloor.

Verzorging

Het houden van goudwindes eist geen ervaring en ze kunnen makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 20 tot 25% van het aquariumwater, geef niet te veel eten en maak de filter regelmatig schoon. En voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Het is een scholenvis en het is aan te raden ze in groep (minimaal 5 stuks) te houden en de verhouding mannetjes/vrouwtjes is van geen belang. Het zijn echte oppervlaktezwemmers, die je dan ook heel veel zal zien zwemmen, een echte meerwaarde voor een tuinvijver. Doordat ze voornamelijk bovenaan zwemmen, woelen ze niet op de bodem. In tegenstelling tot andere karperachtigen zullen ze de waterplanten met rust laten en er niet van eten. Let op met medicatie bij behandeling van ziektes als er windes in de vijver zwemmen, ze kunnen daar totaal niet goed tegen!

Kweken

Op de leeftijd van 2 à 3 jaar zijn ze volwassen. In een vijver kunnen ze eenvoudig tot kweken overgaan. De paaitijd duurt 2 à 3 dagen, dit vindt meestal plaats in de maand april, ook al is het dan nog redelijk koud. Het vrouwtje kan enkele duizenden eitjes op bladeren van planten afzetten. Het mannetjes bevrucht de eitjes en 10 tot 20 dagen later komen ze uit. Er moet gezorgd worden dat de jongen zich goed kunnen verschuilen tussen de waterplanten. De jongen worden met fijn levend voer grootgebracht.

Voeding

Het zijn alleseters, Zorg voor voldoende variatie. Als basis wordt droogvoer gegeven, ideaal zijn korrels of sticks. Korrels bevatten meer voeding dan vlokken en de vissen moeten er dan ook niet zoveel van eten, verder vervuilen de vlokken het water sneller. Ze mogen 1 tot 2 keer per dag een kleine hoeveelheid voeding krijgen, maar voor de vertering is het aan te raden om regelmatig een dag over te slaan. Geef wat ze in ongeveer 1 à 2 minuten op krijgen, anders eten ze gegarandeerd te veel.

In een aquarium, als ze jong zijn, kan als extra af en toe diepvriesvoer gegeven worden, in een vijver eten ze sowieso levende insecten.