';
KaRo Koi

Zoom in

Artikelnummer: 6
Cyprinus carpio carpio

Koi - Cyprinus carpio carpio

Herkomst

De koi of brokaatkarper is afkomstig van Oost-Azië, meer bepaald China en Japan (vooral Niigata). Het is de nationale vis van Japan en enkel diegene die in Japan gekweekt worden, verdienen de term Japanse koi. In de handel zijn vaak ook varianten uit Europa (Eurokoi) en Israël (Israëlische koi) te vinden.

Levensverwachting

Onder de juiste omstandigheden worden ze zeker 20 tot 30 jaar oud, maar uitzonderingen tot 70 zijn mogelijk.

Afmetingen

Afhankelijk van de grootte van hun aquarium of vijver, kunnen ze 40 tot 70cm lang worden.

Uiterlijk

De verschillende variëteiten zijn te onderscheiden door middel van hun kleuren en patronen. Binnen de hoofdvariëteiten zijn er nog ondersoorten met licht afwijkende kleuren en patronen. En dan is ieder exemplaar nog identiek. Hoe dichter de kleur en het patroon tegen de norm aanleunt, hoe duurder ze kunnen zijn. Bekende hoofdvariëteiten zijn Kohaku, Sanke, Showa, Asagi, Shusui, Bekko, Utsurimono, Goshiki, Goromo en Ogon.

Aquarium of vijver

Ze kunnen in een groot aquarium of beter nog in een vijver gehouden worden.

Zorg bij de inrichting van het aquarium op voldoende open zwemruimte.

Het verblijf moet voldoende lang, breed en diep zijn, voor deze grote vissen.

Het zijn wroeters, ze kunnen het grind serieus omwoelen en bijgevolg echte planten los trekken. Ze zullen de planten niet alleen beschadigen, maar ook opeten.

Temperatuur

Koi’s zijn winterhard en kunnen gehouden worden tussen 4 en 26°C. Ze verkiezen een temperatuur tussen 15 en 25°C, dan zullen ze ook het best groeien. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen. Als ze buiten overwinteren, als de temperatuur lager ligt dan 10°C, hoeft er niet te worden bijgevoerd.

Waterwaarden

Aan te raden is een pH van 6 à 8, een GH van 5 tot 14° DH, een KH tussen 3 en 12° Dh, geen nitriet (NO2), geen tot bijna geen nitraat (NO3 < 1mg/l) en geen Chloor.

Verzorging

Ververs wekelijks 20 tot 25% van het aquariumwater, geef niet te veel eten en maak de filter regelmatig schoon. En voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze kunnen in groep, maar ook solitair gehouden worden en de verhouding mannetjes/vrouwtjes is van geen belang.

Een gezonde koivijver beschikt over een degelijke filterinstallatie met UV-lamp en een krachtige luchtpomp. Voor de filtering wordt er vaak naast de vijver met vissen een apart plantendeel aangelegd als plantenfilter.

Kweken

In een gewoon aquarium zullen ze zelden tot kweken overgaan, in een vijver is dit wel mogelijk. Na een koelere periode kan het vrouwtje enkele honderden tot wel 1000 eitjes op bladeren van planten afzetten. Het mannetjes bevrucht de eitjes, maar zal niet voor de jongen zorgen. In tegendeel, het is aan te raden om jongen en volwassen dieren in een afzonderlijk aquarium te plaatsen. In een vijver moet er gezorgd worden dat de kleintjes zich goed kunnen verschuilen tussen de waterplanten. De jongen zijn in het begin grijskleurig en beginnen na enkele maanden te kleuren. De jongen worden met fijn levend voer (eventueel diepvries) grootgebracht.

Voeding

Het zijn alleseters. Zorgen voor voldoende variatie. Als basis wordt droogvoer gegeven, ideaal zijn korrels en pellets speciaal voor koi’s. Als extra kan af en toe diepvriesvoer gegeven worden. Ze mogen 1 tot 3 keer per dag een kleine hoeveelheid voeding krijgen, maar voor de vertering is het aan te raden om regelmatig een dag over te slaan. Geef wat ze in ongeveer 1 à 2 minuten op krijgen, anders eten ze gegarandeerd te veel. Daarna kunnen ze op de bodem nog opzoek gaan naar gezonken voeding. Voor tijdens vakantieperiodes bestaan er speciale voederautomaten, maar een goed doorvoede koi kan gerust enkele dagen zonder voeding.