';
KaRo Muskusschildpad

Zoom in

Artikelnummer: 3
Sternotherus odoratus

Muskusschildpad - Sternotherus odoratus

Herkomst

Deze moerschildpadden zijn afkomstig van Noord-Amerika, meer bepaald het gebied van Zuidelijk Canada tot het zuidoosten van de verenigde staten. Ze leven er in moerassen, langzaam stromende rivieren en beken, stilstaande poelen en vijvers. Het zijn schemer-actieve dieren die, ook al zijn het geen goede zwemmers, bijna altijd in het water terug te vinden zijn.
Ze “stappen” voornamelijk in ondiep water waar er een lichte begroeiing is.
Ze komen maar zelden uit het water en het zijn geen zonnekloppers. De naam muskusschildpad komt van de muskusachtige geur die ze afscheiden als ze opgewonden of gestrest zijn.

Levensverwachting

Ze worden gemiddeld tot 40 jaar oud.

Afmeting

Deze kleine schildpadden worden maximaal 14 cm schildlengte, maar de meeste blijven kleiner.

Uiterlijk

Ze heeft een mooi, rond en glad rugschild. Het rugschild is donkergroen tot bijna zwart van kleur en bestaat uit grote hoornplaten in het midden en kleine op de rand.
Bij jonge dieren zijn er 3 lengtestrepen te zien, die lopen over het rugschild en verdwijnen als ze volwassen worden. Het rugschild heeft een fijne gele buitenrand en het buikschild is geel met zwarte vlekken.
Hun huid is grijsgroen met zwarte vlekjes en hun kop is breed met een spitse snuit.
Aan beide zijden van de kop zijn er 2 (wit)gele strepen te zien. 1 streep loopt van de neus richting de bovenkant van de nek en 1 gaat van de neus richting de onderkant van de nek.
Hierdoor is er zowel bovenop de kop, de linker- en de rechterflank een gele driehoek te zien.

Speciaal is hun tong, deze heeft knopvormige cellen, daarmee halen ze zuurstof uit het water,
waardoor ze langer onder water kunnen blijven.

Geslachtsonderscheid

De mannetjes hebben een iets langere en dikkere staart dan de vrouwtjes.
Ook hebben de mannetjes een paar kleine stekeltjes links en rechts van de staartbasis.
Tenslotte worden de mannetjes meestal iets groter dan de vrouwtjes

Hanteren

Neem een (volwassen) schildpad liefst met 2 handen vast. Hou ze mooi aan de zijkant(en), in het midden van het schild vast. Dit geeft het minste stress aan het dier en het minst kans dat de schildpad u kan krabben (door zich met haar poten tegen uw hand af te zetten).

Het transporteren van moerasschildpadden gebeurt in (tochtvrije) dozen, zonder water maar licht vochtig en er moet op gelet worden dat ze niet te hard afkoelen.

Karakter

Ze zijn naar schildpadnormen redelijk actief en ze zijn vaak op zoek naar voedsel op de bodem van hun aquarium. Ze liggen zelden te zonnen op hun eiland. Ze zijn heel verdraagzaam naar zowel soortgenoten als andere moerasschildpadden. Volwassen mannen kunnen toch territoriaal gedrag vertonen.
Let natuurlijk op met het samen zetten van schildpadden van verschillende groottes.

Gezondheid

Gezonde dieren zitten in een proper en gezond verblijf. Een gezond dier geeft een levende indruk en is te herkennen aan een mooie huid, een hard schild en heldere ogen.

Winterslaap

Het is niet noodzakelijk dat ze een winterslaap houden, ook een winterrust kan. Vanaf oktober kan er minder licht gegeven worden en ligt te temperatuur lager, dan kunnen de volwassen dieren een winterslaap of -rust houden. Als de temperatuur te hoog blijft zullen ze wakker blijven, als de temperatuur daalt, gaan ze naar winter rust en als het nog verder daalt (tot 5 à 10°C) zullen ze een slaapplaats opzoeken. Geef ze, als ze het aangeven, een paar dagen geen eten.
Als de darmen leeg zij, kunnen ze in een kist met vochtige bladeren en mos gezet worden.
Controleer regelmatig of ze niet vroegtijdig wakker worden en dat ze niet te mager worden.
Ze kunnen ook gewoon in een aquarium blijven op die lagere temperatuur. Na een paar weken kunnen ze weer naar een hogere temperatuur gebracht worden en zullen ze wakker worden.
Een winterperiode is vooral nuttig als je wil kweken, de paarperiode volgt na de winterslaap.
Laat enkel gezonde dieren een winterslaap houden!

Huisvesting

Jonge dieren (tot 3 à 4 jaar) kunnen het best eerst in geen te groot aquarium/terrarium gehouden worden,
als ze ouder worden zal het verblijf te klein worden en dan moeten ze groter gehuisvest worden, maar
dankzij hun klein gestalte moet het verblijf niet te groot zijn.
Zoals bij alle moerasschildpadden is het belangrijk dat hun verblijf een water- en een landgedeelte heeft.
Als landgedeelte is voor jonge dieren of als je niet kweekt een kurkeiland al voldoende.
Ze zitten veel in het water, dus het eiland moet niet groot zijn. Voor volwassen dieren, waar ei-leggende vrouwtjes bij zijn, is een landgedeelte met zand of aarde noodzakelijk, zodat ze hun eitjes kunnen ingraven.
Het watergedeelte is minimaal 10cm, maximaal 25cm diep (voor een volwassen dier), zodat ze goed kunnen rondzwemmen en over de bodem lopen.
Als bodem mag er met rivierzand gewerkt worden of grove keien. Fijn grind is niet aan te raden, omdat ze dit zouden kunnen opeten, wat verstoppingen kan veroorzaken. Verder worden er best enkele rotsen, stukken kienhout en mangrovewortels in gezet om op te klimmen of onder te schuilen.

Verzorging

Als warmtebron kan een warmtelamp voorzien worden om onder te zonnen. Dit kan aangevuld worden met een thermostaat om het water te verwarmen, indien nodig. En uiteraard is een UVB lamp aan te raden. De UVB-lamp  is belangrijk voor de voorplanting, eetgedrag, groei, aanmaak van vitamine D3 en opname van calcium. De warmtelampen moeten aangepast zijn aan het aquarium/terrarium.
Juist onder de lamp mag het ongeveer 30 tot 35°C zijn en verder in het verblijf ongeveer 24 tot 28°C.
’s Nachts mag het afkoelen tot minimaal 15 à 20°C. De lichten bootsen de zon na, zorg voor seizoenen,
 geef 12à 14 uur licht in de zomer en een uurtje of 2 minder in de winter.
Een gezonde schildpad, zwemt in gezond water. Geef de juist voeding en niet te veel, zorg voor voldoende filtratie en voeg goede bacteriën toe aan te water.
Zo blijft het water helder EN gezond en zal het water niet beginnen stinken.

Kweken

Vooral in de paarperiode kunnen de mannetjes erg agressief zijn naar elkaar toe.
Het mannetje duwt met zijn kop tegen de kop van het vrouwtje, als ze niet bereid is om te paren, zal ze het mannetje al bijtend wegjagen. Na een geslaagde paring kan een vrouwtje enkele jaren na elkaar bevruchte eitjes leggen. Het vrouwtje heeft 1 legsel per jaar en legt dan 2 tot 6 eitjes.
Ze zal haar eitjes ingraven in een kuil, ongeveer 10cm diep, in vochtig zand of aarde.
Zorg dat het vrouwtje goed eet en voldoende supplementen krijgt. Graaf de eitjes uit en leg ze binnen de 24 uur (na het leggen) stil in een broedmachine speciaal voor reptielen.
De eitjes mogen niet meer gedraaid worden, anders kan het embryo sterven.
Leg de eitjes in een bakje met een paar centimeter vochtig vermiculiet en zodat ze elkaar niet raken.
De eitjes worden niet meer aangeraakt of nat gemaakt, een bakje water zorgt voor voldoende vochtigheid.
Bij een temperatuur van 28 tot 30°C zullen na ongeveer 65 tot 90 dagen de eitjes uitkomen.

De jonge dieren of juvenielen zijn ongeveer 2cm groot en moeten in een klein aquarium/terrarium gehouden worden, weg van de oudere dieren, anders zullen ze verwond of ze opgegeten worden.
Het verblijf moet ook een klein landgedeelte hebben en een watergedeelte met 2 à 3 cm water.
De eerste dagen eten de juvenielen niet, eerst verteren ze de dooierzak, nadien eten ze kleine gedroogde insecten (zoals gammarus).

Voeding

Jonge dieren eten elke dag kleine hoeveelheden, volwassen dieren eten nog een keer of 3 per week. Voeding moet in het water gegeven worden, als ze het toch op land aannemen, eten ze het toch onder water op. Het zijn bodemscharrelaars die vaak de bodem afzoeken naar eten.
In het water kunnen insecten of diepvries voeding gegeven worden zoals muggenlarven of mosselvlees.
Ook gedroogde voeding zoals gammarus, meelwormen of gedroogde visjes worden gegeten.
En ook pellets of korrels speciaal voor moerasschilpadden of zelfs specifiek muskusschildpadden zijn aan te raden voor een evenwichtige voeding. Als er waterplanten in het aquarium staan, zullen ze deze ook proberen opeten. Op land vangen ze ook insecten zoals krekels en meelwormen.
Het zijn carnivoren en eten dus voornamelijk insecten.

Strooi regelmatig calcium en vitamine poeder over de insecten die op land gegeven worden om aan hun calciumbehoefte te voldoen. En met een liquide multi-vitamine speciaal voor water- en moerasschildpadden kunnen bijvoorbeeld de gedroogde insecten een keer of 3 per week bedruppeld worden. Een tekort aan vitamine A kan voor oog- en huisproblemen zorgen, aan vitamine B voor spijsverteringsproblemen, vitamine D3 is belangrijk voor de calciumopname en vitamine H is belangrijk voor de stofwisseling, voor de huid, spieren en groei.