';
Herkomst |
Ze zijn afkomstig van Zuidwest- tot Midden-Azië, meer bepaald Pakistan, Afghanistan, Oezbekistan, Iran en Rusland. Ze leven in gebieden met droge zand- en leembodems en lage begroeiing. In steppen en rotsachtige halfwoestijnen. In gebieden met warme zomers en strenge, koude winters. Ze houden er een winterslaap en soms ook een zomerslaap, als het te warm wordt. Ze zijn altijd terug te vinden in de buurt van water. |
Levensverwachting |
Ze kunnen heel oud worden, gemiddeld 60 à 70 jaar en soms zelfs ouder. |
Afmetingen |
Mannetjes blijven meestal iets kleiner als vrouwtjes. Gemiddeld worden de mannetjes 16 tot 18 cm en vrouwtjes 20 tot 22cm. En ze wegen dan 1 à 1,5kg en tot maximaal 2kg. |
Uiterlijk |
Deze kleine landschildpadden hebben 4 nagels per poort (vandaar de naam), in tegenstelling tot de 5 van andere soorten. Aan het uiteinde van de staart hebben ze een hoornnagel en het uiteinde van hun bek is haakvormig. Hun huid is (olijfkleurig) geel. Het schild is zandkleurig geel met donkerbruine vlekken. De onderkant van het schild is donker van kleur. De omtrek van het schild is redelijk rond en het is meer afgeplat dan andere soorten landschildpadden. |
Geslachtsonderscheid |
De mannetjes hebben een staart van ongeveer 6cm lang en 2cm breed aan de staartwortel, wat langer is als de vrouwtjes. De vrouwtjes hebben een staartje van ongeveer 2cm lang en 2cm breed. De mannetjes hebben in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Griekse landschildpad geen hol buikschild. |
Hanteren |
Neem een (volwassen) schildpad liefst met 2 handen vast. Hou ze mooi aan de zijkant(en), in het midden van het schild vast. Dit geeft het minste stress aan het dier en het minst kans dat de schildpad u kan krabben (door zich met haar poten tegen uw hand af te zetten). |
Karakter |
Ze zijn naar schildpadnormen heel actief en zijn vaak op zoek naar voedsel. Omdat ze in het wild weinig tijd hebben om te eten tussen hun zomer- en winterslaap, kunnen ze veel eten in een korte periode. Als er in gevangenschap altijd eten voor handen is, moet er op gelet worden dat ze niet te dik worden. Doordat hun poten meer ruimte hebben tussen het schild, kunnen ze goed klimmen en graven. Ze kunnen makkelijk in groep gehouden worden, vrouwtjes zijn heel verdraagzaam naar elkaar toe en mannetjes die van jongs af bij elkaar zitten geven normaal ook geen problemen. Maar op latere leeftijd nieuwe mannetjes introduceren kan/zal tot serieuze problemen/vechtpartijen leiden. |
Huisvesting |
In de zomer kunnen ze buiten gehouden worden, als er een (verwarmd) schuilhok aanwezig is. Of ze kunnen in een serre gehouden worden. In de winter moeten ze zeker binnen gehouden worden, in een voldoende groot terrarium. Als bodembedekking zijn schors- of beukenhoutsnippers ideaal. Buiten kunnen ze ook op een zanderige ondergrond gehouden worden. Voorzie zeker een ruime, maar niet te diepe, drinkbak, waarvan regelmatig het water ververst wordt. Verder kunnen er als inrichting één of (zeker bij een groep) meerdere grotjes en/of schuilhuisjes ingezet worden. Buiten kunnen ze schuilen voor regen en wind of te felle zon, binnen kunnen ze schuilen voor elkaar. Meer decoratie is niet aan te raden, een grote steen of een plastic plant kan, maar ze kunnen het omverlopen, erdoor omvallen of het proberen opeten. Belangrijk is een warmtelamp te voorzien als warmtebron om onder te zonnen. Dit kan aangevuld worden met een nachtlamp, warmtemat of -kabel, indien nodig. En uiteraard mag een UVB lamp niet ontbreken. Zorg dat er over het volledige verblijf Uv-licht is, maar zorg dat er een warmer en een kouder gedeelte in het terrarium is. Als ze een buitenverblijf hebben moet erop gelet worden dat ze niet kunnen ontsnappen. De draad moet diep genoeg in de grond zitten en hoog genoeg zijn (minimaal 50 à 60cm) of volledig overdekt. |
Verzorging |
Vervang tijdig de UVB-lamp, deze is belangrijk voor de voorplanting, eetgedrag, groei, aanmaak van vitamine D3 en opname van calcium. De warmtelampen moeten aangepast zijn aan het terrarium en de omgeving. Zorg dat het juist onder de lamp ongeveer 35°C is en verder in het terrarium ongeveer 28°C. ’s Nachts mag het afkoelen tot minimaal 15 à 20°C. De lichten bootsen de zon na, zorg voor seizoenen, geef 12à 14 uur licht in de zomer en een uurtje of 2 minder in de winter. De luchtvochtigheid is overdag gemiddeld 60 à 70% en ’s nachts meer. Ze kunnen buiten gehouden worden als het ’s nachts meer dan 15 à 20°C is, dit is meestal tussen april/mei en september. Om goed te vervellen, kunnen ze regelmatig met een plantenspuitje en lauw water besproeid worden. En 2 keer per week kunnen ze in een badje met een paar centimeter lauw water gezet worden. |
Winterslaap |
Het is niet noodzakelijk dat ze een winterslaap houden, ze kunnen een gezond leven hebben zonder een jaarlijkse winterslaap. In het wild slapen ze in winter en zomer samen tot 9 maand per jaar. In gevangenschap kunnen ze ook ieder jaar een winterslaap doen, van ongeveer 8 tot 16 weken, ergens tussen oktober en maart. Dan wordt er minder licht gegeven en ligt te temperatuur lager, dan kunnen de volwassen dieren een winterslaap houden. Als de temperatuur te hoog blijft zullen ze wakker blijven, als de temperatuur daalt tot 5 à 10°C zullen ze een slaapplaats opzoeken. Geef ze, als ze het aangeven, een paar dagen geen eten en zet ze een paar dagen na elkaar in een badje met lauw water om de darmen leeg te maken. Zet ze dan in een kist met stro op een koele plaats, controleer regelmatig of ze niet vroegtijdig wakker worden en dat ze niet te mager worden. Na een paar weken kunnen ze weer naar een hogere temperatuur gebracht worden en zullen ze wakker worden. Een winterperiode is vooral nuttig als je wil kweken, de paarperiode volgt na de winterslaap. Laat enkel gezonde dieren een winterslaap houden! |
Kweken |
Vooral in de paarperiode kunnen de mannetjes erg agressief zijn naar elkaar toe, maar ook naar de vrouwtjes. Krabben en bijten hoort bij de paring. Na een geslaagde paring kan een vrouwtje tot 4 jaar na elkaar bevruchte eitjes leggen. Het vrouwtje kan 3 tot 4 keer per jaar een legsel hebben en dan 1 tot 5 eitjes leggen, afhankelijk van haar grootte en conditie. En ze zal haar eitjes ingraven in een kuil. Zorg dat het vrouwtje goed eet en voldoende supplementen krijgt. Graaf de eitjes uit en leg ze binnen de 24 uur (na het leggen) stil in een broedmachine speciaal voor reptielen. De eitjes mogen niet meer gedraaid worden, anders kan het embryo sterven. Leg de eitjes in een bakje met een paar centimeter vochtig vermiculiet en zodat ze elkaar niet raken. De eitjes worden niet meer aangeraakt of nat gemaakt, een bakje water zorgt voor voldoende vochtigheid. De ideale temperatuur is 30°C en na ongeveer 2 maand zullen de eitjes uitkomen. De jonge diertjes of juvenielen gaan al snel opzoek naar eten. |
Voeding |
Het zijn echte planteneters, hun hoofdvoer zijn vooral groenten, een beetje fruit en extra wilde planten en kruiden. Als groenten eten ze graag ijsbergsla, veldsla en andijvie, vul dit aan met bijvoorbeeld wortelen, witloof, komkommer, paprika of prinsessenboontjes. Als fruit kun je appel, peer, meloen of kiwi geven. En verder mogen bijvoorbeeld paardenbloem blaadjes, het groen van radijsjes, weegbree, brandnetel,… niet ontbreken. Er bestaan ook gedroogde kruiden speciaal voor landschildpadden om aan hun dieet toe te voegen. Wat zeker niet mag zijn gewone kropsla en kolen, die zijn slecht voor de darmen en geef ook geen citrusvruchten. Ook zijn er pellets speciaal voor jonge of volwassen landschildpadden, deze zijn heel gezond en uitgebalanceerd special voor hen. Strooi wekelijks calcium en vitamine (D3) poeder over de voeding, bij jonge dieren mag dit vaker. Een sepiaschelp is ook een vorm van calcium die niet mag ontbreken. En ook al drinken ze niet veel is het toch noodzakelijk om altijd vers drinkwater te voorzien. |
Wetgeving |
Ze vallen onder CITES II, Europese wetgeving appendix B. Wat wil zeggen dat je voor een Russische vierteenschildpad een overdrachtsverklaring nodig hebt. Dit document krijg je bij de aankoop van de schildpad en hou je goed bij in een map, eventueel samen met een overzicht van al uw aangekochte en verkochte reptielen. |