';
Herkomst |
Deze kwartelsoort leeft in Afrika, van de Sahara tot Zuid-Afrika en zelf in Madagaskar. Ze leven er vooral in grasladen en landbouwgebieden. |
Afmetingen |
Deze middelgrote kwartel is met zijn 16 à 18cm net iets groter dan de Chinese dwergkwartel, maar kleiner dan bijvoorbeeld de Japanse kwartel |
Uiterlijk & geslachts verschil |
Er is uiterlijk een groot verschil tussen de hanen en de hennen. Net als bij de Chinese dwergkwartels hebben de hanen een opvallende zwartwit-tekening op de keel. Deze ontbreekt bij de hennen. Verder hebben de hanen een zwarte buik, een zwarte borst en roodbruine flanken. Terwijl de hennetjes een meer grijsbruin geschubde borst en buik hebben. De rug tenslotte is bij beide geslachten donkerbruin gestreept. |
Karakter |
Deze middelgrote kwartels kunnen perfect in een gemeenschapsvolière gehouden worden. Het zijn 100% grondbewoners, vliegen doen ze niet, enkel uit schrik eens opspringen, fladderen en landen. Het is aan te raden ze enkel als koppel te houden en ze niet te combineren met ander kwartelsoorten |
Huisvesting |
Een binnen-volière, een buiten-volière, een grote kooi of hok voldoen als huisvesting. En als ze in de winter buiten blijven, dat kan, maar een tocht- en vorstvrij nachthok op grondniveau is noodzakelijk. |
Kweek |
Het hennetje legt gemiddeld 4 tot 8 eitjes op de bodem van de volière, bij voorkeur op een beschutte plaats (onder een struik, plankje, schuine dakpan). De eitjes worden door haar uitgebroed in 16 tot 18 dagen. De jongen gaan vrijwel direct met moeder mee lopen en voedsel oppikken (nestvlieders). Omdat ze kunnen verdrinken in een normaal waterbad is het aan te raden een laag waterschaaltje op de grond te zetten(regelmatig verversen). Als de jongen ongeveer 4 weken oud zijn, zijn ze volledig zelfstandig. Waarna ze best nog enkele weken bij de ouders blijven. Het kan dat er geen broedactiviteit van de pop uitgaat, dit kan voorkomen als de pop uit de broedkast komt. Dan zal ze hier en daar eitjes leggen, zonder ze te verzamelen, dan kan het voldoende zijn om ze voor haar te verzamelen op een beschutte plaats om toch te gaan broeden. Als er dan nog steeds geen bereidheid is om te gaan broeden of ze verlaat na enkele dagen het nest volledig dan zullen de eitjes (in de toekomst) in een broedmachine uitgebroed moeten worden. De eerste weken moeten de jongen verwarmd worden met een (rode of ceramische) warmtelamp die geleidelijk steeds hoger wordt gehangen. De jongen eten een kuikenmeel speciaal voor kwartels en nadien fijne zaden (mengeling voor exotische vogels) en eventueel kleine insecten. |
Voeding |
Kwartels worden vaak in een volière gehouden om verspilde zaden van andere vogels op te eten. Naast alle fijne vogelzaden eten ze ook een fijne graanmengeling speciaal voor kuikens en kwartels en appreciëren ze zo nu en dan fijn levend voer. Daarnaast moeten grit en/of maagkiezel ook altijd aanwezig zijn. |
Bijzonderheden |
Ze nemen graag een zandbadje om hun verenkleed schoon te maken (zand op bodem of in een schaal). |