';
Herkomst |
Deze grote distelvink of major putter leeft in Noord-Europa. Ze leven in tuinen, parken, landbouwgebieden, velden en boomgaarden. Ze zijn vooral terug te vinden in open gebieden waar veel onkruidzaden terug te vinden zijn. |
Afmetingen |
Deze grotere distelvink wordt gemiddeld 15cm groot. |
Uiterlijk |
Deze prachtige zangers hebben daarboven nog een mooie tekening met felle kleuraccenten. Ze hebben een opvallend rood masker met daarrond een witte band. Bovenaan de kop zijn ze zwart, gevolgd door een witte rand in de nek tot aan de bruine rug. De buik is wit, net als het midden van de borst, de buitenzijdes van de borst zijn dan weer bruin zoals de rug. De stuit is wit en de ondiep gevorkte staart is zwart met witte puntjes. De vleugels tenslotte zijn zwart met in het midden een brede gele band. Ze hebben een lichte bek, die redelijk lang en spits is. |
Geslachtsverschil |
De mannen zijn algemeen feller van kleur dan de poppen, een duidelijk verschil is te zien aan de vleugelbouten en het masker. Het rode masker van de man is meestal dieper rood van kleur. Het masker van de man loopt ook tot voorbij de ogen bovenop de kop en is breder onder de bek. En de beste manier om het geslacht te bepalen is aan de vleugelbouten(schouder). Deze zijn diepzwart bij de man en meer bruinzwart bij de pop. Tenslotte is er natuurlijk ook de zang van de man. |
Kleuren |
Naast de wildkleur bestaan er ondertussen tal van kleurmutaties. Bruin, agaat, pastel, isabel, opaal, satinet, wit, albino, witkeel, witkop, eumo, ino, bont,… |
Karakter |
Deze sociale vogels zijn prima geschikt voor in een gezelschapsvolière. Het zijn actieve, soms ietwat onrustige vogeltjes, die goed met andere vogels overweg kunnen. |
Huisvesting |
Ze kunnen in een sierkooi of kweekkooi gehouden worden, maar de voorkeur gaat toch uit naar een binnen- of buitenvolière. In de winter is een nachthok niet echt nodig, maar voorzie gewoon wat beschutting tegen regen en wind. |
Broedvoorzieningen |
In een beplante volière kunnen ze een nest bouwen in een struik, in een niet-beplante volière of kweekkooi nemen ze een nest speciaal voor inlandse vogels of een tralienestkastje. Zorg dat het nest voldoende afgeschermd is, begin het nest met een jute of kokos nestmatje en geeft ze voldoende nestmateriaal voor inlandse vogels, sisal, katoen, dierlijk haar, mos, jute en geknipte kokosvezels (gebleekt) om het af te werken. |
Kweek |
Als het nest af is, zal het popje al snel het eerste eitje leggen. Ze zal 3 tot 6 eitjes leggen en vanaf het 3e eitje zal ze beginnen broeden. Het mannetje zijn taak is het nest bewaken en het popje voeren. Als na 13 tot 15 dagen de eitjes uitkomen, zullen beide ouders voor de jongen zorgen. Na 3 weken zullen de jongen uitvliegen, waarna ze wel nog enkele weken door de ouders worden bijgevoerd. Indien de distelvink pop haar taak niet goed vervult, kan een kanarie pop als pleegouder dienen en de eieren uitbroeden en de jongen grootbrengen. |
Voeding |
Het hoofdvoer is een zadenmengeling speciaal voor distelvinken & sijzen. Dit wordt aangevuld met wilde-, gezondheids- of onkruidzaden en trosgierst. Grit, fijne maagkiezel en sepia moeten altijd aanwezig zijn. Voorzie regelmatig, maar tijdens te kweekperiode altijd, eivoer voor inlandse vogels, een universeelvoer, kiemzaden, een beetje groenvoer en beperkt levende of diepvries insecten (pinkies, buffalowormen en geknipte meelwormen). |