';
KaRo Noordse goudvink

Zoom in

Artikelnummer: 1
Pyrrhula Pyrrhula

Noordse goudvink - Pyrrhula Pyrrhula

Herkomst

De goudvinken komen voor van Europa tot Azië. De Noordse Goudvinken leven meer in de noordelijke gebieden, in Scandinavië en Rusland. En komen enkel in de winterperiode meer naar het zuiden overwinteren. Ze leven in bossen, parken en tuinen. In gebieden met niet alleen bomen maar ook veel stuiken en bodembegroeiing.

Afmetingen

Gemiddeld 17 à 18 cm

Uiterlijk wildkleur

Mannetjes en popjes lijken sterk op elkaar, toch zijn ze totaal verschillend. Ze hebben dezelfde tekening, enkel de kleuren verschillen. Boven op de kop, tussen de snavel en de ogen en onder de snavel is het bij beide zwart. Ook is de stuit wit, is de staart zwart en zijn de vleugels zwart met een witte dwarsstreep. Ze hebben donkere poten en een donkere of zelf zwarte korte, dikke snavel.

Het verschil zit hem vooral in de kleur van de buik, de rug en de wangen. Bij de mannetjes is dat opvallend rozerood, terwijl het bij de popjes veel minder opvallend beige-grijs is. Ook de rug is verschillend van kleur, bij de mannetjes is het blauwgrijs en bij de vrouwtjes is het meer bruingrijs. De jonge vogels lijken sterk op de poppen, maar met een grijsbruine kop.

Geslachtverschil

Naast het verschil in kleur, hebben natuurlijk enkel de mannetjes hun typische, zachte zang.

Kleuren

Naast de wildkleur bestaan er ondertussen natuurlijk al vele kleurmutaties: bruin, pastel, bruinpastel, bleekvleugel, geel en bont. Deze vererven geslachtsgebonden.

Een andere kleurmutatie is ino, de ino-factor vererft recessief.

Huisvesting

Ze kunnen in een sierkooi gehouden worden, maar de voorkeur gaat toch uit naar een binnen- of buitenvolière. In de winter is een nachthok zeker geen overbodige luxe, voorzie zeker voldoende beschutting tegen regen en wind. Ze hebben een zacht karakter en kunnen in een gemeenschapsvolière eenvoudig samen gehouden worden met kanaries, exotische vogels en andere inlandse vogels. Het is wel aan te raden om ze steeds per koppel te houden.

Ook meerdere koppels in een voldoende ruime volière zijn geen probleem.

Broedvoorziening

In een beplante volière kunnen ze een nest bouwen in een struik, in een kweekkooi of een niet beplante volière nemen ze een nest voor inlandse vogels met een groot kanarienest (13cm) of een groot tralienestkast. Zorg dat het nest voldoende afgeschermd is, begin het nest met een jute of kokos nestmatje en geeft ze voldoende nestmateriaal voor inlandse vogels

(sisal, dierlijk haar, mos, jute en geknipte kokosvezels) om het af te werken. Het nest zal enkel

door de pop gebouwd worden, het mannetjes zal enkel in de buurt wat rondvliegen.

Begin tijdig met het geven van eivoer, kweekvitaminen en zeker kleine insecten (buffalowompjes).

Kweek

Vanaf eind april kunnen de koppels bij elkaar gezet worden in kweekkooien, maar ook in de volière kan de kweek beginnen. Al snel na het afwerken van het nest zal de pop beginnen leggen. Gemiddeld zal ze 4 à 5 eitjes leggen, tot maximaal 6. Na 12 à 14 dagen broeden, alleen door de pop, komen de eitjes uit. De jongen worden door beide ouders gevoerd en na ongeveer 2 weken

(12 à 18 dagen) vliegen de jongen uit. En nog eens 2 à 3 weken later zijn ze volledig zelfstandig.

Een gezond koppel kan 2 weekrondes per jaar hebben.

Goudvinken zijn trouwe vogels en een gekoppeld koppeltje zal dan ook bij elkaar blijven.

Voeding

Het hoofdvoer is een zadenmengeling speciaal voor goudvinken.

Dit wordt aangevuld met wilde-, gezondheids- of onkruidzaden en trosgierst. Grit, fijne maagkiezel en sepia moeten altijd aanwezig zijn. Voorzie regelmatig, maar tijdens te kweekperiode altijd, eivoer voor inlandse vogels, een universeelvoer, kiemzaden, een beetje groenvoer

en voldoende levende of diepvries insecten (pinkies, buffalowormen en geknipte meelwormen).

Bijzonderheden

Zoals voor alle inlandse vogels is er voor goudvinken ook een wettelijke ringplicht met wettelijk voorgeschreven ringen. Ongeringde vogels houden is niet toegestaan en strafbaar.

 

De Noordse goudvinken komen veel meer voor in de volières dan de kleine variant,

omdat ze eenvoudiger te kweken zijn.