';
Herkomst |
Ze zijn afkomstig van Azië, meer bepaald het gebied van het meest oostelijke deel van het Arabisch schiereiland tot Nepal en Sri Lanka. |
Afmetingen |
Ongeveer 11cm. |
Uiterlijk |
Uiterlijk lijken ze sterk op het zilverbekje. In de natuur zullen ze elkaar niet tegenkomen, de loodbekjes zijn van Azië en de zilverbekjes leven in Afrika. Een kruising tussen de 2 soorten is in tegenstelling tot de meeste kruisingen wel vruchtbaar. Uiterlijk zijn er naast vele gelijkenissen wel enkele duidelijke verschillen. Het eerste verschil is de kleur van de snavel, deze is donkerder (loodkleurig) bij het loodbekje dan bij het zilverbekje. Ook is de stuit wit, welke bij de zilverbekjes zwart is. De rest van de kleuren verschillen ook lichtjes, bij de loodbekjes is de kleur algemeen iets harder, iets donkerder. |
Kleuren |
Er bestaan naast de wildkleur ook enkele kleurmutaties: donkerbuik, bruin, pastel en wit. |
Geslachts verschil |
Uiterlijk is er tussen de mannen en de poppen bijna geen waarneembaar verschil. De enige zekerheid is de zang van de mannetjes. |
Huisvesting |
Ze kunnen zowel in een sierkooi, in een kweekkooi, in een binnen-, als in een buitenvolière gehouden worden. In een buitenvolière kunnen ze in de winter buiten blijven, als er een tocht- en vorstvrij nachthok aanwezig is. Ze kunnen best per koppel gehouden worden, nooit alleen. Ze hebben een zacht karakter en in een gezelschapsvolière kunnen ze makkelijk bij andere exotische vogels, inlandse vogels en kanaries. |
Broedvoorzieningen |
Het ideale nest is een gesloten of halfopen nestkastje van ongeveer 10 x10 x 12cm met een opening van minimaal 3cm. Of een exotenkorf in pitriet of kokos. Dit zullen ze afwerken met nestmateriaal voor exoten (jute - kokosvezel - sisal - dierlijk haar). In een beplante volière kunnen ze zelf een mooi rond nestje maken in een struik. |
Kweek |
Al snel zal het popje 4 à 5 eitjes leggen, die dan voornamelijk door het mannetje uitgebroed zullen worden (overdag door de man, ’s nachts door beide ouders). Na 12 tot 14 dagen zullen de eitjes uitkomen. De jongen blijven ongeveer 3 weken in het nest waar ze door beide ouders gevoerd worden. En na het uitvliegen worden ze nog 2 weken door hun ouders bijgevoerd tot ze volledig zelfstandig zijn. In een kleine kooi kunnen de jongen al snel van de ouders gescheiden worden, want op de leeftijd van 3 maand zijn de jonge vogels al mooi op kleur en nog moeilijk van de ouders te onderscheiden. In een voldoende grote kooi of volière kunnen ze wel perfect bij de ouders blijven. Een gezond koppel kan 2 tot maximaal 3 nesten per jaar grootbrengen. |
Voeding |
Een zadenmengeling voor tropische vogels is het hoofdvoer, dit kan aangevuld worden met Japanse millet, onkruidzaden en trosgierst. Vooral tijdens de kweekperiode eivoer , eventueel kiemzaden, een universeelvoer en levend voer aanbieden. En grit (of maagkiezel) en sepia moeten altijd aanwezig zijn. |
Bijzonderheden |
Ze nemen graag een bad, dus voorzie dat ook regelmatig. |