';
Herkomst |
De kleurmuizen zijn verre afstammelingen van de wilde muis. Na jaren, decennia en zelf eeuwen van kweken zijn de muizen steeds tammer geworden en zijn er veel kleuren en vachttypes ontstaan. De kleurmuizen stammen af van de wilde muizen, maar het is dus een gekweekt ras die niet in de vrije natuur voorkomt. Ze worden gehouden als huisdieren, maar ook voor wetenschappelijk onderzoek. |
Afmetingen |
Ze worden 7 tot 11cm groot, zonder staart. En wegen tussen de 25 en de 70gr. |
Levensverwachting |
Ergens tussen de 1 en 3 jaar. |
Geslachts verschil |
De afstand tussen de anus en geslachtsopening bij mannetjes is groter dan bij vrouwtjes. Enkel bij de vrouwtjes zijn de 10 tepeltjes zichtbaar. En bij volwassen mannetjes zijn de balletjes zichtbaar. |
Kleuren & haartypes |
Er bestaan ontzettend veel kleuren, tekeningen of haartypes. Naast de ‘gewone’ kortharige zijn er ook met lang haar, krulletjes, satijn- of rex-beharing. Er zijn wildkleur bruine, maar ook witte, grijze, beige, zwarte, taupekleurige,… maar ook bonte, gevlekte en bijvoorbeeld 3-kleurige. Bepaalde uiterlijke kenmerken worden gewoon genetisch doorgegeven, maar sommige kleurpatronen zijn erfelijk zoals rassen. |
Karakter / verzorging |
Het zijn leuke, attractieve, eenvoudig te houden huisdieren. Het zijn echte groepsdieren, hou nooit 1 kleurmuis, maar 2 of meer. Het is aan te raden om enkel mannetjes of enkel vrouwtjes te houden, omdat ze zich anders pijlsnel gaan voorplanten. De urine van de mannetjes heeft een sterke geur, ook kunnen ze beginnen vechten, daarom is enkele vrouwtjes samen houden aan te raden. Jonge kleurmuizen zijn gemakkelijk tam te maken en zijn niet snel geneigd om te gaan bijten. |
Huisvesting |
Kies een voldoende grootte muizenkooi, let er vooral op dat de ruimte tussen de tralies klein genoeg is, want het zijn meesters in ontsnappen. Een glazen of plexi bak kan ook, maar omdat er minder ventilatie is, zal deze sneller opwarmen en gaan ruiken. Voorzie in de kooi veel speel-, graaf- , knaag- en klimmogelijkheden, zodat ze zich niet gaan vervelen. Ook mogen een schuilhuisje, een loopwiel, een aardewerk eetpot en een drinkfles niet ontbreken. Als bodembedekking zijn hennepstrooisel, houtkorrels, hout- of katoenvezel perfect geschikt. Geef verder nog hamster wol of hooi om een nestje te maken. De kooi zal minstens 1x per week moeten schoon gemaakt worden. |
Kweek |
Jonge diertjes zijn al snel vruchtbaar (6 weken), maar het is aan te raden minimaal 3 maand te wachten om ze te laten kweken. Wacht ook niet te lang, als je ze wil laten kweken, moeten ze dat voor hun 6 maand voor het eerst laten doen. Na 18 tot 21 dagen dracht zullen meestal 6 tot 12 jongen, maar meer is zeker mogelijk, geboren worden. Het is belangrijk om de eerste dagen de moeder en het nest zo weinig mogelijk te storen. Na ongeveer 10 dagen gaan de oogjes van de jongen open en een paar dagen later beginnen ze achter eten te zoeken. Na 3 à 4 weken zijn de jongen zelfstandig en mogen de jongen bij de moeder weggehaald worden. En het is aan te raden om direct de mannetjes en de vrouwtjes te scheiden. |
Voeding |
Als basis zijn er verschillende goede muizen- of hamstervoedingen te verkrijgen. Vul dit eventueel aan met beperkt vers groenvoer en gedroogde vruchten. Ook gedroogde insecten zoals meelwormen worden best aan het dieet toegevoegd voor de eiwitten . Als snack mag je ook beperkt sticks, drops, koekjes geven of de gezondere snacks op basis van fruit en kruiden. |
Tanden |
Zoals veel knaagdieren blijven hun tanden groeien, geef daarom zeker een knaagsteen, veel knaaghout, enkele knaagspeeltjes en hooi, zodat de tandjes mooi slijten. Controleer ook regelmatig de nagels of deze niet bijgeknipt moeten worden. |