';
Herkomst |
Deze populaire aquariumvisjes behoren tot de familie van de labyrintvissen (Osphronemidae). Ze zijn afkomstig van Zuidoost-Azië, meer bepaald de Mekong-delta in Laos, Cambodja, Vietnam en Thailand. Daar leven ze zowel in mooi helder, stromend water, als in troebel, zuurstofarm, stilstaand water. Zoals andere vissen uit hun familie hebben ze buiten kieuwen nog een ademhalingsorgaan, hun labyrint. Ze kunnen lucht happen aan het wateroppervlak en die vast houden in enkele “kamers” aan beide zijden van hun kop. Zo kunnen ze overleven in zuurstofarm water. Een nadeel hiervan is dan wel dat ze altijd aan het wateroppervlak moeten kunnen, anders kunnen ze verdrinken. |
Levensverwachting |
Ze worden gemiddeld een 3 tot maximaal 5 jaar oud. |
Afmetingen |
Ze worden gemiddeld zo’n 6 à 7cm lang, gemeten vanaf de kop tot aan het begin van de staart |
Uiterlijk |
Vooral de mannetjes vallen in een aquarium op door hun mooie vinnen en prachtige kleuren. |
Kleuren |
De wildvorm is rood met groen, de vinnen zijn korter en meer afgerond dan de meeste gekweekte varianten en ze zijn ook iets kleiner. Door selectieve kweek zin er vele kleuren, kleurpatronen en staartvormen ontstaan. De meest voorkomende zijn de gewone rode en blauwe varianten. Maar er zijn ook witte, gele, turquoise, groene en combinaties ervan. En naast de meest voorkomende sluierstaart zijn er ook andere staarttypes, zoals crowntail, rose tail, half moon, delta, plakat, round tail, double tail en spade. |
Geslachts-onderscheid |
Het verschil is meestal duidelijk te zien. De mannetjes zijn algemeen mooier en feller gekleurd en hebben langere vinnen. Er moet wel opgelet worden, want er bestaan ook mannetjes met korte vinnen. Ze gebruiken hun vinnen en hun opvallende kleuren om met elkaar te communiceren, andere mannetjes weg te jagen en de vrouwtjes te imponeren. De vrouwtjes zijn minder mooi gekleurd. De vrouwtjes hebben ook een minder grove kop en een geslachtspapil (een verdikking bij de aars). |
Aquarium |
Het zijn geen scholenvissen. Ofwel hou je enkel 1 mannetje, nooit meer dan 1 mannetje per aquarium, anders gaan ze vechten en omdat ze niet kunnen vluchten, zoals in het wild, is dat tot de dood. Of anders hou je 1 mannetje, met meerder vrouwtjes (minimaal 2, liever 3 of 4). Ideaal is een speciaal aquarium enkel voor hun, maar ze kunnen ook in een gezelschapsaquarium gehouden worden. Ze worden best niet gecombineerd met te actieve vissen of vissen die aan de staarten durven bijten, zoals sumatranen. Ook de combinatie met soorten met lange vinnen of mooie staarten is af te raden. Bijvoorbeeld Guppy’s of maanvissen. Deze kunnen ze ook als concurrent zien en zo kan er stress ontstaan of gaan ze met hen ook zelfs vechten tot aan de dood. Heel kleine visjes of dwerggarnalen durven ze opeten. 1 Man of een klein groepje kan al in een aquarium van minimaal 20L gehouden worden. Een degelijke filter en verlichting mogen zeker niet ontbreken. En een verwarmer is aan te raden, maar moet niet als het altijd meer dan 20°C is in de kamer. Voor de inrichting van het aquarium kunnen planten, rotsen, hout of andere decoratie gebruikt worden. Ze verkiezen geen te hoog aquarium, met open zwemruimte in het midden en veel beplanting om tussen te schuilen en eventueel een nest te maken. Tip: gebruik fijn, donker grind of rivierzand, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit. Verder zijn het rustige, statige vissen die de bodem, planten en andere decoratie met rust laten. |
Temperatuur |
De ideale temperatuur ligt tussen 24 en 26°C., maar je kan ze houden van 20 tot 29°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen. En zorg dat hun aquarium afgedekt is of dat de omgevingstemperatuur voldoende warm is. Anders kunnen ze onderkoeld geraken door te koude lucht te happen aan het wateroppervlak. |
Waterwaarden |
Aan te raden is een pH van 6 tot maximaal 8, een GH van 8 tot 12° DH, een KH tussen 6 en 8° Dh, geen nitriet (NO2), geen ammoniak (NH3) en bijna geen nitraat (NO3 < 25mg/l). |
Verzorging |
Het houden van bettas eist weinig ervaring, mits de juiste verzorging kunnen ze makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 10 à 15% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering, met een zachte stroming, een beetje extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie. Voorzie voldoende vrouwtjes per mannetje, anders worden ze te veel opgejaagd door de mannetjes. Dit zal voor stress zorgen in het aquarium of kan/zal zelfs de dood van de vrouwtjes tot gevolg hebben. |
Kweken |
Plaats 1 mannetje met enkele vrouwtjes is een kweekaquarium van ongeveer 15cm diep. Het mannetjes bouwt een schuimnest met luchtbelletjes aan het wateroppervlak. Als het nest klaar is, mag het vrouwtje erbij komen. Als zij verticale strepen heeft, is ze klaar om te kweken en kan de paring plaats vinden. Het mannetje draait zich tijdens de paring om het vrouwtje heen en dat kan, met pauzes, enkele uren (max. 6) duren. Ze legt enkele honderden eitjes, die worden direct door het mannetje bevrucht en door hem in het nest gelegd. Hij zal haar dan wegjagen en zij moet dan uit het territorium verwijderd worden. Het mannetje zal voor het nest zorgen, alles schoon houden en gevallen eitjes terugbrengen. Na anderhalve dag komen de eitjes uit en nog een dag of 2 later zwemmen de kleintjes vrij rond. Dan wordt het mannetje ook bij de jongen weg gehaald, anders zal hij ze opeten. De jonge visjes eten fijn diepvriesvoer en heel fijn droogvoer. |
Voeding |
Het zijn alleseters, ze eten droogvoer (vlokken en granulaat), levend voer en diepvriesvoer. Ideaal is afwisselend speciaal betta-voer en diepvriesvoer (muggenlarven) geven. Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren! Ze mogen 1 of 2 keer per dag een kleine hoeveelheid voeding krijgen. Maar geef niet te veel per keer, geef wat ze in ongeveer 1 minuut op krijgen. |