Herkomst

De kleurratten of tamme ratten zijn verre afstammelingen van de wilde bruine en zwarte ratten. Na jaren van kweken zijn ze steeds tammer geworden en zijn er veel kleuren en vachttypes ontstaan. Ze worden gehouden als huisdieren, maar ook voor wetenschappelijk onderzoek.

Hun wilde soortgenoten leefden oorspronkelijk in Eurazië, maar leven nu ‘dankzij’ de mens ondertussen over bijna heel de wereld.

Afmetingen

Ze meten zo’n 20 tot 27cm lichaamslengte plus 17 tot 23cm staart en wegen 200 tot 700gr.

Levensduur

In gevangenschap kunnen ze 2 tot 4 jaar worden, wat veel langer is dan hun wilde soortgenoten.

Geslachts verschil

Het verschil is duidelijk, de afstand tussen de anus en geslachtsopening bij mannetjes is groter dan bij vrouwtjes. En bij volwassen mannetjes zijn de balletjes duidelijk zichtbaar.

Kleuren

Er bestaan ontzettend veel kleuren, tekeningen of haartypes. Er zijn wildkleur bruine, maar ook witte, grijze, beige, zwarte, taupekleurige,… maar ook blauwe, gevlekte, siamees of husky. En dan zijn er nog de ‘speciale’ zoals de naaktratjes of de dumbo’s.

Karakter / verzorging

Het zijn leuke, attractieve, eenvoudig te houden huisdieren. Het zijn groepsdieren, ze kunnen alleen gehouden worden mits voldoende aandacht, maar verkiezen gezelschap van soortgenootjes. Zorg wel voor een voldoende grootte kooi zodat er geen ruzie ontstaat.

Het is aan te raden om enkel mannetjes of enkel vrouwtjes te houden, omdat ze zich anders pijlsnel gaan voorplanten. De urine van de mannetjes heeft een sterke geur, daarom is enkele vrouwtjes samen houden aan te raden. Jonge ratjes zijn gemakkelijk tam te maken, kunnen veel leren en zijn niet snel geneigd om te gaan bijten.

Huisvesting

Kies een voldoende grootte rattenkooi, let er vooral op dat de ruimte tussen de tralies klein genoeg is, een cavia- of konijnenkooi zijn Niet geschikt. Een glazen of plexi bak kan ook, maar omdat er minder ventilatie is, zal deze sneller opwarmen en gaan ruiken. Voorzie in de kooi veel speel-, graaf- , knaag- en klimmogelijkheden, zodat ze zich niet gaan vervelen.

Zorg voor voldoende variatie in de kooi, zorg voor meerdere niveaus en geef ze een uitdaging. Ook mogen een schuilhuisje, een eetpot, een drinkbakje EN een drinkfles niet ontbreken. Als bodembedekking zijn hennepstrooisel, houtkorrels of katoenvezel perfect geschikt. De kooi zal minstens 1x per week moeten schoon gemaakt worden.

Kweek

Jonge diertjes zijn al snel vruchtbaar (1 à 2 maand), maar het is aan te raden minimaal 4 maand te wachten om ze te laten kweken. Na 21 tot 24 dagen dracht zullen meestal 4 tot 16 jongen, maar meer (max. 24) is zeker mogelijk, geboren worden. Het is belangrijk om de eerste dagen de moeder en het nest zo weinig mogelijk te storen. Na ongeveer 9 dagen begint hun haar te groeien, na 12 à 14 dagen gaan de oogjes open en nog een paar dagen later beginnen ze achter eten te zoeken. Na 3 weken zijn de jongen al redelijk zelfstandig en nog een week later mogen ze bij de moeder weggehaald worden. En het is aan te raden om direct de mannetjes en de vrouwtjes te scheiden.

Voeding

Als basis zijn er verschillende goede rattenvoedingen te verkrijgen.

Vul dit eventueel aan met gedroogde insecten zoals meelwormen, voor de eiwitten.

Weliswaar beperkt mogen ze zeker ook snoepjes krijgen, zoals sticks, drops, koekjes,… Belonen mag, ze hebben het graag, maar ze mogen zeker niet te dik worden.

Tanden

Zoals veel knaagdieren blijven hun tanden groeien, geef daarom zeker een knaagsteen, veel knaaghout, enkele knaagspeeltjes en hooi, zodat de tandjes mooi slijten.

Controleer ook regelmatig de nagels of deze niet bijgeknipt moeten worden.