';
Herkomst |
Australië |
Afmetingen |
Gemiddeld 18 tot 20cm |
Kleuren |
Naast de wildkleur zijn er verschillende mutaties: blauw (wildkleur), zilver, bruin (cinnamon), rood, briljant, blauw bont, witstuit-blauw, geel, oker, perzik,witstuit-zilver, witstuit-bruin, witstuit-briljant, witstuit-geel, witstuit-blauw bont en sneeuwwit. |
Uiterlijk |
De wildkleur duifjes lichtere blauw-grijze kop en borst en meer donkere grijsbruine staart, rug en vleugels. De naam diamantduifje hebben ze gekregen dankzij de witte stippen (diamanten) op de vleugels. Kenmerkend zijn ook de lange staart, de lange spitse donkergrijze snavel en de opvallend oranje/rode ring rond de ogen. |
Geslachts verschil |
Ze zijn van elkaar te onderscheiden door de ring rond de ogen, deze is dikker en meer donker rood mij de mannen en dunner en lichter van kleur bij de vrouwtjes. Ook heeft de man een duidelijke roep (baltsen), waarbij hij zijn staartveren omhoog zal brengen en deze zal spreiden. |
Verzorging |
Het diamantduifje is een erg rustige, zachtaardige vogel, die perfect samen gehouden kan worden met kanaries en andere kleine exotische zangvogeltjes. Het is aan te raden om ze altijd per koppel te houden. In een ruime kooi of volière is het mogelijk om meerdere koppels samen te houden. |
Huisvesting |
Ze kunnen zowel in een kooi, als een binnen- of buitenvolière gehouden worden. Een tocht- en vorstvrij nachthok of voldoende beschutting is aan te raden als ze in de winter buiten blijven. |
Broedvoorzieningen |
Een open nestje zoals voor kanaries voldoet perfect. Vul dit met een beetje schelpenzand zodat ze het enkel met wat takjes, kokosvezel en pluimpjes nog moeten afwerken. |
Kweek |
Diamant duifjes leggen 2 eitjes die na 12 tot 14 dagen broeden (door beide ouders) uitkomen. Na 12 tot 14 dagen verlaten de jongen het nest. Waarna de ouders nog enkele dagen/weken zorg blijven voor de jongen. Na ongeveer 2 maand hebben de jongen hun volwassen kleuren en na ongeveer 5 maand zijn ze zelf geslachtsrijp. Een gezond koppeltje kan tot 3 nesten per jaar grootbrengen. |
Voeding |
Het hoofdvoer is een zadenmengeling voor tropische vogels. Aangevuld met grit, maagkiezel en eivoer (vooral tijdens de kweek). |
Bijzonderheden |
Omdat ze niet veeleisend zijn wat betreft huisvesting en voeding, zijn ideaal voor de beginnende liefhebber. Ze scharrelen graag op de bodem van de kooi of volière en liefst in het zonnetje. Een bad nemen gaan ze niet snel nemen, liever ‘douchen’ in de regen. |