';
Herkomst |
Grote delen van het Australië. Maar ook in Portugal leven ze in het wild. |
Geschiedenis |
De eerste zebravinken werden al voor 1850 in Europa ingevoerd. In 1872 werd er melding gedaan van een succesvolle kweek met zebravinken. De witte zebravink werd in 1920 voor het eerst gekweekt in Sydney door Mr Woods. |
Afmetingen |
10 - 12 cm |
Kleuren |
Er bestaan ondertussen heel veel mutaties. Naast de (grijze) wildkleur zijn er ook nog volgende mutaties: bruin, bleekrug, masker, wit, bont en getekend, zwartborst, oranjeborst, blackface, zwartwang, pastel, witborst, isabel, agaat, gekuifd en geelsnavel. En combinaties daarvan! |
Geslachts verschil |
De (wildkleur) man is te herkennen aan de oranje wangen, die bij het vrouwtje ontbreken. Bij de witte ontbreken de wangen en kan men het enkel zien aan de kleur van de snavel. De kleur van de snavel is licht oranje bij de pop en dieper oranje tot rood bij de man. Bij de zwartwang variant zijn de wangen bij de mannen natuurlijk zwart. |
Verzorging |
In de winter kunnen ze gewoon buiten blijven. Een nachthok of beschutte plaats zijn aan te raden. |
Huisvesting |
Zebravinken kunnen per koppel gehouden worden, met soortgenoten of in combinatie met andere vogelsoorten (exoten, kanaries en inlandse vogels; geen parkieten). Zowel een kweekkooi of een kleine sierkooi (voor een koppel), een grotere kooi (voor meerdere koppels of combinatie met andere vogels) of een gezelschapsvolière zijn geschikt. Let wel op in combinatie met bijvoorbeeld kanaries, kan de aanwezigheid van zebravinken negatieve gevolgen hebben voor de kweekresultaten van de kanaries. Dit komt omdat de zebravinken grote nestenbouwers zijn en hiervoor de nesten van anderen durven afbreken. |
Broedvoorzieningen |
Zebravinken zijn hierin gemakkelijke vogels, ze nemen alles wat hun wordt aangeboden. Het maakt hun meestal niet uit of het een gesloten of halfopen nestkastje, een berkenblokje of open tralienestkastje is. De ideale afmeting als nestkasje bedraagt: 10 x 10 x 12cm. Vul het nestkasje reeds half op met nestmateriaal (sisal-jute-katoen-kokos). En voorzie verder nog een ruifje met voldoende nestmateriaal. |
Kweek |
1 van de redenen waarom de zebravinken zo populair zijn, is omdat het eenvoudig is om ermee te kweken. De pop legt iedere dag een ei, met een totaal van 4 tot 6 eitjes. Vanaf het derde ei zal ze beginnen broeden. Dit duurt 13 tot 14 dagen en de pop en de man zullen afwisselend broeden in periodes van 1 à 2 uur. Bij de geboorde zijn de jongen vleeskleurig en met een witte dons, na een week zijn ze al veel donkerder geworden. De eerste 6 dagen worden ze voortdurend warm gehouden door de ouders, hierna gaan de ouders steeds langere periodes het nest verlaten. Als ze na 3 weken uitvliegen, worden ze nog enkele weken door de ouders gevoerd. Na 5 weken zijn de jongen zelfstandig. Na 2 tot maximaal 3 kweekrondes worden de nesten best verwijderd omdat de zebravinden anders zouden blijven kweken. |
Voeding |
Het hoofdvoer is een zadenmengeling voor tropische vogels. Daarnaast is het belangrijk dat er steeds eivoer (zeker in de kweekperiode), onkruidzaden, Japanse millet en trosgierst beschikbaar is. Verder kunnen er stukjes fruit (appel) of groente (witloof, broccoli en wortel) gegeven worden. Grit en maagkiezel mogen ook niet ontbreken. |
Bijzonderheden |
Samen met o.a. de grasparkiet en de kanarie worden zij het vaakst als huisdier gehouden. Zebravinken nemen graag een bad. Zebravinken zijn nestslapers, als er een nest aanwezig is, zullen ze dit verkiezen boven een tak of stok. |