';
Andere naam |
Diamant astrilde, Stagonopleura guttata |
Herkomst |
Australië: Zuidelijk Queensland, oostelijk New South Wales tot Victoria en oostelijk Zuid-Australië. Ze leven van nature in de bosrijke gebieden maar tegenwoordig ook in tuinen. |
Afmetingen |
11 tot 12 cm |
Uiterlijk wildkleur |
De kop en nek zijn blauwgrijs en de rug en vleugels zijn bruin. De stuit is rood en de staart is zwart. Van onder aan de staart, de buik tot de borst zijn ze wit. Over de borst loopt een brede zwarte band, met daarboven een witte keel. De flanken vallen op, ze zijn zwart met witte stippen (precies diamanten). Ze hebben een rode snavel, een rode band rond hun zwarte ogen en daartussen zwart. |
Kleuren |
Wildkleur, pastel, geelsnavel (oranje snavel en stuit), bruin, bruinvleugel |
Geslachts verschil |
Het onderscheid tussen man en pop is niet eenvoudig. De bek en oogring bij de mannetjes zijn donker bordeaux rood, terwijl het bij de popjes fletser rood is. Bij de geelsnavel is dat fel oranje / licht oranje. Zoals bij vele vogelsoorten zingt alleen de man. |
Huisvesting |
Ze kunnen zowel in een sierkooi, in een kweekkooi, in een binnen-, als in een buitenvolière gehouden worden. In een buitenvolière hebben ze in de winter wel een tocht- en vorstvrij nachthok nodig. Ze kunnen in en gemengde volière eenvoudig samenleven met andere Australische prachtvinken, andere exotische vogeltjes, kanaries en inlandse vogels. Let wel op met meerdere koppels diamantvinken dat de mannen, vooral in de broedperiode, niet gaan vechten. |
Broedvoorzieningen |
Een halfopen nestkastje kunnen ze met behulp van kokosvezel, jute en sisal perfect afwerken tot een mooi nestje. |
Kweek |
Het popje legt gemiddeld 4 tot 6 eitjes, die door beide ouders worden uitgebroed. Na ongeveer 12 tot 14 dagen komen de jongen uit, geef dan zeker eivoer en klein levend voer. Na 3 tot 4 weken verlaten de jongen het nest, waarna ze nog enkele weken worden gevoerd. Na ongeveer 6 weken zijn de jonge vogels volledig zelfstandig. Een gezond koppel diamantvinken kan maximaal 3 nestjes per jaar grootbrengen. |
Voeding |
Het hoofdvoer is een zadenmengeling voor tropische vogels. Dit wordt aangevuld met trosgierst, Japanse millet, onkruidzaden en (vooral in de broedtijd) eivoer en klein levend voer. Sepia, grit en maagkiezel mogen nooit ontbreken. |
Bijzonderheden |
Ze nemen, net als de kanaries, graag een bad. Het zijn nestslapers, ze verkiezen een nestje om te slapen boven een stok. |