';
Herkomst |
De langstaarthagedis is afkomstig van Zuidoost-Azië, meer bepaald China, Vietnam, Laos, Thailand en Indonesië. Ze zijn er te vinden op graslanden, open licht beboste plekken en aan landbouwgronden. Deze kleine, snelle hagedis gebruikt zijn lange staart bij het klimmen in de lange grashalmen en in struikjes. |
Afmetingen |
Ze worden zo’n 20 tot 30cm lang inclusief staart. De gemiddelde lichaamslengte is 6 tot 8cm. |
Levensverwachting |
Gemiddeld 4 à 5jaar en in gevangenschap soms zelf ouder. |
Uiterlijk |
De mannetjes hebben een donkerbruine rug, beige langtestrepen en een grijzige buik. Ze hebben bruine pootjes en een lange, bruine staart. Jonge mannetjes hebben een groenere waas over hun rug dan de volwassen dieren. Vrouwtjes hebben een lichtbruine rug, staart en poten. En hun lengtestreep is maar heel licht zichtbaar. |
Geslachts-onderscheid |
De mannetjes zijn opvallend donkerder van kleur, ze vallen meer op qua kleur dan de lichtere vrouwtjes. Verder is de staartwortel bij de mannetjes ook iets dikker. En tenslotte hebben de mannetjes aan de binnenzijde van hun achterpoten femoraalporiën (een rij ronde poriën). |
Hanteren |
Deze kleine, snelle hagedis is absoluut geen knuffeldier en het is aan te raden ze enkel te vangen en vast te houden wanneer nodig. Het zijn actieve, attractieve reptieltjes die leuk zijn om naar te kijken. Zet ze in een groepje in een mooi ingericht terrarium en geef ze zo weinig mogelijk stress, dan zullen ze zich vaak tonen in al hun schoonheid. |
Karakter |
Het is een bodembewoner die toch goed kan klimmen op rotsen en takken, maar vooral op of juist boven de grond terug te vinden zal zijn. Ze hebben een zacht karakter en zijn niet erg territoriaal. Ze kunnen het best met meerdere dieren in een terrarium gehouden worden, hou 1 of meerdere koppels. Ze kunnen ook samen met andere soorten gehouden worden, als het terrarium voldoende groot is en de soorten qua voeding, verzorging en karakter samen gaan. Soorten waarmee ze samen kunnen gehouden worden zijn: de roodkeel anolis, de bruine anolis, het Indonesisch skinkje, de groene - , de Surinaamse - en de Afrikaanse boomkikker. |
Huisvesting |
Voor een koppel of een klein groepje (max. 4) zijn bijvoorbeeld een 45 x 45 x 45cm terrarium of een 60 x 30 x 40cm terrarium de minimum. Gebruik schorssnippers zoals repti- of terra bark als bodembedekking, dit is goed voor de luchtvochtigheid en gaat niet schimmelen. Voorzie zeker een drinkbakje (want ze drinken regelmatig) en een eetpotje (voor wormpjes). Enkele rotsen en/of een tak om op te liggen of in te klimmen mogen ook niet ontbreken. Als afwerking kunnen er best nog enkele plastic plantjes bijgezet of gehangen worden. Het zijn bodembewoners die, wel durven klimmen maar, geen nood hebben aan een heel hoog terrarium. Belangrijk is een warmtelamp te voorzien als warmtebron. Dit kan aangevuld worden met een nachtlamp, warmtesteen, -mat of -kabel, indien nodig. En uiteraard mag een UVB lamp niet ontbreken. Zorg dat er over het volledige verblijf Uv-licht is, maar zorg dat er een warmer en een kouder gedeelte in het terrarium is. |
Verzorging |
Vervang tijdig de (desert) UVB-lamp, deze is belangrijk voor de kleuren, voorplanting, eetgedrag, groei, aanmaak van vitamine D3 en opname van calcium. De warmtelampen moeten aangepast zijn aan het terrarium en de omgeving. Zorg dat het juist onder de lamp ongeveer 35°C is en in de koudste hoek van het terrarium tussen 22°C en 24°C. ’s Nachts mag het afkoelen tot minimaal 18 à 20°C. De lichten bootsen de zon na, zorg voor seizoenen, geef 12à 14 uur licht in de zomer en een uurtje of 2 minder in de winter. De luchtvochtigheid is overdag gemiddeld 50 à 60% en ’s nachts meer. Voor voldoende luchtvochtigheid is het noodzakelijk om een keer of 4 per week het terrarium te benevelen met een plantenspuitje en lauw water. |
Kweken |
Van de lente tot de zomer en zelf nog tijdens de herfst kunnen de vrouwtjes eitjes leggen. Een legsel varieert van 1 tot wel 10 eitjes (gemiddeld 4 à 5) en ze kunnen tot 6 legsels per jaar hebben. Ze zal haar eitjes ingraven op een vochtig plaatsje in het terrarium. Zorg dat het vrouwtje goed eet en voldoende supplementen krijgt. Graaf de eitjes uit en leg ze binnen de 24 uur (na het leggen) stil in een broedmachine speciaal voor reptielen. De eitjes mogen niet meer gedraaid worden vanaf dan, anders kan het embryo sterven. De ideale temperatuur is 24 tot 28°C en na 35 tot 45 dagen zullen de eitjes uitkomen. De eitjes worden niet meer aangeraakt of nat gemaakt, een bakje water zorgt voor voldoende vochtigheid. Er kunnen enkele dagen tussen het eerste en het laatste ei zitten. De jonge diertjes of juvenielen zijn echt heel klein. Plaats ze in groep in een klein terrarium met een warmte- en een UV-lamp, zand, een ondiepe(!) waterbak, een tak en/of een rots om op te liggen. Geef dagelijks mini krekeltjes of fruitvliegjes en besproei ze regelmatig met lauw water. |
Voeding |
Zet een potje met buffalowormpjes in het terrarium, zo kunnen ze altijd eten als ze willen. Geef ook 2 tot maximaal 3 keer per week kleine krekeltjes, krulvliegjes of kleine wasmotlarven. Geef niet te veel in 1 keer, zodat er geen of niet veel voederdieren in het terrarium blijven rondlopen. Als er toch voederdieren zijn die niet direct opgegeten worden, kan er een schijfje appel in het terrarium gelegd worden zodat ook zij iets te eten hebben. Strooi regelmatig calcium en vitamine (D3) poeder over de insecten, bij jonge dieren mag dit bijna dagelijks. Ze drinken zowel uit een drinkbakje, van een waterval, als van de druppels op de planten na het benevelen van het terrarium. |
Gezondheid |
Ze moeten altijd helder uit hun ogen kijken en mogen niet te mager zijn. Ze mogen niet lusteloos liggen. |