';
KaRo roodkeelanolis

Zoom in

Artikelnummer: 3
Anolis Carolinensis

Roodkeelanolis - Anolis Carolinensis

Herkomst

De roodkeelanolis is afkomstig van Mexico en het zuidoosten van de Verenigde Staten, meer bepaald North Carolina, Florida en Texas. Ze leven er in licht vochtige gebieden.

De roodkeelanolis wordt ook wel eens de groene anolis genoemd. Dit is de meest voorkomende anolis, gevolgde door de bruine anolis (Anolis Sagrei).

Afmetingen

Ze worden zo’n 14 tot 22cm lang inclusief staart. Meer dan de helft van hun lengte is staart en de mannetjes (lichaamslengte 7cm) worden groter dan vrouwtjes(lichaamslengte 5,5cm).

Levensverwachting

In gevangenschap kunnen ze 8 tot 10 jaar oud worden.

Uiterlijk

Deze kleine en snelle hagedis is soms groen en soms bruin van kleur. Onder de juiste omstandigheden, als ze zich goed voelen, zijn ze opvallend groen. En bij bijvoorbeeld stress zijn ze (veel minder opvallend) bruin. Hun buik is wit. Ze hebben hechtlamellen aan hun teentjes waarmee ze goed op glas, rotsen en bomen kunnen klimmen.

Geslachts-onderscheid

Mannetjes zijn groter van lichaam en kop en ze zijn meestal iets feller gekleurd. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben een keelzak die ze open kunnen zetten. De keelzak van de mannetjes is groter en roder dan die van de vrouwtjes, ze gebruiken die om vrouwtjes te imponeren of om andere mannen af te schrikken. Ze zullen met hun kop knikken en terwijl hun keelzak open en toe zetten. Verder is de staartwortel bij de mannetjes ook iets dikker, daar bevindt de hemipenis (2) zich. Bij de vrouwtjes is een licht gekleurde zigzag streep te zien op de rug.

Hanteren

Deze kleine, snelle hagedis is absoluut geen knuffeldier en het is aan te raden ze enkel te vangen en vast te houden wanneer nodig. Het zijn actieve, attractieve reptieltjes die leuk zijn om naar te kijken. Zet ze in een groepje in een mooi ingericht terrarium en geef ze zo weinig mogelijk stress, dan zullen ze zich vaak tonen in al hun schoonheid.

Ze worden niet groot, hebben geen super groot terrarium nodig en eenvoudig naar verzorging. Dat maakt van hen een ideaal reptiel voor beginners. Hou ze nooit aan de staart vast, ze kunnen deze afwerpen, deze groeit wel terug.

Winterrust

In de herfst en winter wordt er minder licht gegeven en ligt te temperatuur lager, dan kunnen de volwassen dieren een winterrust houden. Een winterrust, geen winterslaap!

Ze gaan minder actief zijn en minder tot bijna niet eten.

Deze periode duurt enkele weken, tot 3 maand en daarna wordt de temperatuur weer verhoogt in het terrarium en krijgen ze weer langer ligt. Hierna volgt de paarperiode.

Karakter

Het zijn echte klimmer die bijna nooit op de grond terug te vinden zijn. Ze hebben een zacht karakter, maar kunnen toch territoriaal zijn. Ze kunnen het best per koppel in een terrarium gehouden worden.

Ze kunnen ook samen met andere soorten gehouden worden, als het terrarium voldoende groot is en de soorten qua voeding, verzorging en karakter samen gaan. Soorten waarmee ze samen kunnen gehouden worden: de bruine anolis, de langstaarthagedis, het Indonesisch skinkje, de groene - , de Surinaamse - en de Afrikaanse boomkikker.

Huisvesting

Voor een koppel of een klein groepje (max. 4) zijn bijvoorbeeld een 45 x 45 x 45cm terrarium of een 60 x 30 x 40cm terrarium de minimum. Gebruik als bodembedekking spagnum mos of schorssnippers zoals repti- of terra bark, dit is goed voor de luchtvochtigheid en gaat niet schimmelen. De achter- en eventueel zijwanden kunnen met een kurkplaat afgewerkt worden. Voorzie zeker een drinkbakje (want ze drinken regelmatig) en een eetpotje (voor wormpjes). Enkele rotsen en takken om op te liggen of in te klimmen mogen ook niet ontbreken. Verder kunnen er best nog enkele plastic plantjes bijgezet of gehangen worden. Het zijn klimmers die een iets hoger terrarium verkiezen.

Belangrijk is een warmtelamp te voorzien als warmtebron. Dit kan aangevuld worden met een nachtlamp, warmtesteen, -mat of -kabel, indien nodig. En uiteraard mag een UVB lamp niet ontbreken. Zorg dat er over het volledige verblijf Uv-licht is, maar zorg dat er een warmer en een kouder gedeelte in het terrarium is.

Verzorging

Vervang tijdig de (desert) UVB-lamp, deze is belangrijk voor de kleuren, voorplanting, eetgedrag, groei, aanmaak van vitamine D3 en opname van calcium. De warmtelampen moeten aangepast zijn aan het terrarium en de omgeving. Zorg dat het juist onder de lamp ongeveer 30°C is en in de koudste hoek van het terrarium ongeveer 25°C. ’s Nachts mag het afkoelen tot minimaal 18 à 20°C. De lichten bootsen de zon na, zorg voor seizoenen, geef 12à 14 uur licht in de zomer en een uurtje of 2 minder in de winter. De luchtvochtigheid is overdag gemiddeld 50 à 60% en ’s nachts meer. Voor voldoende luchtvochtigheid is het noodzakelijk minimaal 4 keer per week het terrarium te benevelen met een plantenspuitje en lauw water.

Kweken

Ze zijn kweekrijp na ongeveer 1 jaar, van mei tot september kunnen de vrouwtjes eitjes leggen. De paring gaat er hevig aan toe, de veel grotere mannetjes bijten de vrouwtjes in de nek om ze vast te houden. Eens ze niet meer proberen weglopen, zijn de vrouwtjes bereidt tot paren.

Het vrouwtje zal 1 of 2 eitjes leggen, om de 1 tot 5 weken. Ze zal haar eitjes ingraven in 1 tot 5cm losse, vochtige grond. Zorg dat het vrouwtje goed eet en voldoende supplementen krijgt. Graaf de eitjes uit en leg ze binnen de 24 uur (na het leggen) stil in een broedmachine speciaal voor reptielen. De eitjes mogen niet meer gedraaid worden, anders kan het embryo sterven. De ideale temperatuur is 24 tot 28°C en na ongeveer 45 dagen zullen de eitjes uitkomen. De eitjes worden niet meer aangeraakt of nat gemaakt, een bakje water zorgt voor voldoende vochtigheid. De jonge diertjes of juvenielen zijn 5 à 6cm groot. Plaats ze per 1 of 2 in een klein terrarium met een warmte- en een UV-lamp, zand, een ondiepe(!) waterbak, een tak en/of een rots om op te liggen. Geef dagelijks mini krekeltjes of fruitvliegjes en besproei ze regelmatig met lauw water.

Voeding

Zet een potje met buffalowormpjes in het terrarium, zo kunnen ze altijd eten als ze willen. Geef ook 2 tot maximaal 3 keer per week kleine krekeltjes, krulvliegjes of kleine wasmotlarven. Geef niet te veel in 1 keer, zodat er geen of niet veel voederdieren in het terrarium blijven rondlopen. Als er toch voederdieren zijn die niet direct opgegeten worden, kan er een schijfje appel in het terrarium gelegd worden zodat ook zij iets te eten hebben.

Strooi regelmatig calcium en vitamine (D3) poeder over de insecten, bij jonge dieren mag dit bijna dagelijks. Ze drinken zowel uit een drinkbakje, van een waterval, als van de druppels op de planten na het benevelen van het terrarium.

Gezondheid

Ze moeten altijd helder uit hun ogen kijken en mogen niet te mager zijn.

Ze mogen niet lusteloos liggen.