';
KaRo chinese dwergkwartel

Zoom in

Artikelnummer: 1
Coturnix chinensis

Chinese dwergkwartel - Coturnix chinensis

Herkomst

Zuidelijk China en India, Zuidoost-Azië, Indonesië, Filippijnen, Nieuw Guinea en Noord-Australië. Ze leven in gebieden met grassen en laag struikgewas.

Afmetingen

11 tot 15 cm

Kleuren

Naast de wildkleur en de zilveren-variant zijn er al vele kleurmutaties.

Er zijn er met en zonder keeltekening, volledig witte, bonte,…

Geslachts verschil

De wildkleur haantjes hebben een opvallende zwartwit-tekening op de keel, een blauwgrijze borst en flanken en een roodbruine buik. Terwijl de hennetjes bruin geschubd zijn. Ook zijn de poten feller geel bij de hanen als bij de hennen.

Als de keelband ontbreekt zie je het nog aan de andere opvallende kleuren. Tenslotte kan het onderscheid (zeker bij de witte) gemaakt worden door naar het gedrag te kijken.

Verzorging

Zowel in een grote sierkooi, een kippen- of konijnenhok, als een binnen- of buitenvolière kunnen ze gehouden worden. Ze houden van wat schuilbeplanting en een tocht, vocht en vorstvrij nachthok (op grond niveau!) appreciëren ze. Let wel op dat de openingen in de draad niet te groot zijn, vooral als er kuikentjes zijn, gaan ze vrijwel zeker ontsnappen.

Verzorging

Ze nemen graag een zandbadje om hun verenkleed schoon te maken (zand op bodem of in een schaal). Hanen kunnen onderling bijzonder agressief zijn. Hou daarom maximaal 1 man per volière met 1 of meerdere hennen. Beter niet met andere kwartelsoorten combineren, tenzij met Japanse kwartels als ze in een grote volière zitten en elk hun eigen territorium hebben. Hanen die niet bij een hen zitten, kunnen bijzonder hard en frequent roepen. Vooral als er te veel kwartels, in een te kleine ruimte zitten kunnen ze beginnen met vederpikken. Reageer tijdig, anders kan het zo ver gaan dat ze zelf tot kannibalisme overgaan.

Kweek

Het hennetje legt gemiddeld 8 tot 10 eitjes op de bodem van de volière, bij voorkeur op een beschutte plaats (onder een struik, plankje, schuine dakpan). De eitjes worden door haar uitgebroed in 16 tot 18 dagen. De jongen gaan vrijwel direct met moeder mee lopen en voedsel oppikken (nestvlieders). Omdat ze kunnen verdrinken in een normaal waterbad is het aan te raden een laag waterschaaltje op de grond te zetten(regelmatig verversen). Als de jongen ongeveer 4 weken oud zijn, zijn ze volledig zelfstandig. Waarna ze best nog 4 weken bij de ouders blijven. Het kan dat er geen broedactiviteit van de pop uitgaat, dit kan voorkomen als de pop uit de broedkast komt. Dan zal ze hier en daar eitjes leggen, zonder ze te verzamelen, dan kan het voldoende zijn om ze voor haar te verzamelen op een beschutte plaats om toch te gaan broeden. Als er dan nog steeds geen bereidheid is om te gaan broeden of ze verlaat na enkele dagen het nest volledig dan zullen de eitjes (in de toekomst) in een broedmachine uitgebroed moeten worden. De eerste weken moeten de jongen verwarmd worden met een (rode of ceramische) warmtelamp die geleidelijk steeds hoger wordt gehangen. De jongen eten een kuikenmeel speciaal voor kwartels en nadien fijne zaden (mengeling voor exotische vogels) en eventueel kleine insecten.

Voeding

Het zijn goede opruimers van verspild voedsel door de andere volière bewoners, ze eten zowel zaden voor kanaries, tropische vogels als voor kleine parkieten. Ook dient er altijd grit en maagkiezel tot hun beschikking te staan.