';
Herkomst |
Noord- en Noordoost-Australië |
Afmetingen |
10 tot 12 cm |
Uiterlijk |
De buik is geel en de borst is lichtgroen met witte stippen. De rug en vleugels zijn meer olijfgroen. Ze hebben een oranje/rood masker en een oranje/rode snavel. De staart is donker met roodbruine veren. |
Kleuren |
Geelmasker (geelsnavel), geel, bont en pastel. |
Geslachts verschil |
Het masker van de mannetjes is groter dan dat van de popjes, het loopt verder door op de kop en wangen. Het is ook donkerder (rood) dan dat van de popjes. De geel/groene kleur is bij de mannetjes intensiever dan bij de popjes. |
Huisvesting |
Ze kunnen zowel in een sierkooi, in een kweekkooi, in een binnen-, als in een buitenvolière gehouden worden. Het zijn sociale, zachtaardige vogeltjes die per koppel in een kooitje mogen, maar ook meerdere koppels samen, of met andere exotische vogels, kanaries en inlandse vogels is geen probleem. |
Verzorging |
In een buitenvolière kunnen ze in de winter buiten blijven, als er een vorstvrij (verwarmd) nachthok aanwezig is. |
Slapen |
Het zijn nestslapers, als er een nest aanwezig is, zullen ze dit verkiezen boven een tak of stok. |
Broedvoorzieningen |
Een (halfopen) exoten nestkaste of exotenkorfje en voldoende nestmateriaal (sisal-katoen-jute-dierlijk haar). |
Kweek |
Een legsel is gemiddeld 4 à 5 eitjes die na 12 à 13 dagen broeden uitkomen. Na ongeveer 3 weken vliegen de jongen uit, waarna ze nog 2 tot 3 weken door beide ouders gevoerd zullen worden met eivoer en insecten. Koppels kunnen 2, tot maximaal 3 kweekrondes per jaar doen. |
Voeding |
Een zadenmengeling voor tropische vogels is het hoofdvoer, dit kan aangevuld worden met Japanse millet en trosgierst. Vooral tijdens de kweekperiode eivoer en levend voer aanbieden. En grit (of maagkiezel) en sepia moeten altijd aanwezig zijn. |
Bijzonderheden |
Dit zijn zeer sociale vogels die een enorm goed gedrag hebben tegenover hun eigen soort, maar ook tegen andere soorten. Deze vogel behoort tot de categorie nestslapers. Dit betekent dat ze niet slapen op stokken of in planten, maar dat ze in een nestkastje kruipen. |