';
Herkomst |
Australië |
Leefgebied |
Graslanden en eucalyptusbossen, maar ook in tuinen en parken |
Ondersoort |
zwartstuit Bichenow Astrilde |
Engelse benaming |
Double-barred finch. |
Familie |
Prachtvinken (Estrildidae). |
Nacht |
Nestslapers |
Afmetingen |
9 tot 11cm |
Uiterlijk |
Van boven op de kop, langs de nek, over de rug tot aan de staart zijn de vogeltjes (donker)grijs. De staart is zwart en de buik licht beige. De vleugels zijn donker grijs/bruin met witte stipjes. Ze hebben een opvallend wit masker met een zwarte rand, die van aan de snavel, boven de ogen en zo langs onder loopt. De borst is (bruinig)wit met daaronder ook weer een donkere lijn. |
Geslachts verschil |
Het verschil tussen man en pop is bijzonder klein. De mannetjes hebben een bredere, intensievere band rond het masker en onder de borst, deze is fijner en doffer van kleur bij de popjes. De mannetjes hebben verder ook een donkerdere rug, staart en vleugels. Alles is meer zwart bij de mannetjes, meer grijs/bruin bij de popjes. Sowieso zingen enkel de mannetjes. |
Huisvesting |
Het zijn sociale vogeltjes die zowel in een sierkooitje als in een groepsvolière kunnen gehouden worden, samen het andere exoten, kanaries en inlandse vogels. In het broedseizoen kunnen ze wel iets agressiever het nest gaan verdedigen. Ze worden best binnen gehouden in de winter of in een buitenvolière met verwarmd nachthok. |
Broedvoorzieningen |
Een halfopen of gesloten nestkastje of een pitriet(/kokos)korfje. Verder voldoende nestmateriaal voor exotische vogels (katoen-sisal-jute-dierlijk haar) voorzien. |
Kweek |
Ze leggen 4 tot 6 eitjes, die door beide ouders gedurende 12 uitgebroed worden. Na drie weken vliegen de jongen uit maar de volgende weken keren ze ‘s nachts nog terug naar het nest. 4 Weken na het uitvliegen zijn ze volledig zelfstandig, op de leeftijd van 4 maand zijn ze op kleur. Een (gezond) koppel kan 2 tot maximaal 3 nesten per jaar groot brengen. |
Voeding |
Een zadenmengeling voor tropische vogels is het hoofdvoer, dit kan aangevuld worden met Japanse millet en trosgierst. Vooral tijdens de kweekperiode eivoer en levend voer aanbieden. En grit (of maagkiezel) en sepia moeten altijd aanwezig zijn. |