Herkomst

Deze kleine prachtvinken leven in de dorre grassteppen van Oost-Afrika.
Ze leven in Somalië, Ethiopië, Kenia en Tanzania.

Afmetingen

Ze worden zo’n 13 à 14cm groot.

Uiterlijk &

Geslachts verschil

De mannetjes hebben een fel blauw en bruin van kleur.
Hun kop, keel, borst en lichaamszijden zijn blauw. Hun buik is lichtbruin, hun onderstaartdekveren gelig bruin, hun rug donkerbruin en hun staart donkerblauw.

De popjes zijn minder fel gekleurd. Het blauw is lichter blauw, het bruin is lichter (grijs)bruin. De popjes hebben ook een bruine kruin (blauw bij de mannetjes).

Ze hebben donkere ogen, een opvallend rode snavel en grijzig roze pootjes.

Huisvesting

Ze kunnen zowel in een sierkooi, in een kweekkooi, in een binnenvolière, als in een buitenvolière gehouden worden. Ze kunnen zowel per koppel in een kooitje, als met andere vogels in een volière gehouden worden.
In een groepsvolière kunnen ze bij andere exotische vogels, inlandse vogels en kanaries. Meerdere koppels blauwkop blauwfazantjes in 1 kooi of volière zal, zeker tijdens de kweekperiode, tot ruzie en problemen leiden.

In de winter kunnen ze ook in een buitenvolière blijven als er een verwarmd nachthok aanwezig is, een minimale temperatuur van 10°C is noodzakelijk.

Broedvoorzieningen

Het ideale nest is een gesloten of halfopen nestkastje van ongeveer 10 x10 x 12cm met een opening van minimaal 3cm. Of een exotenkorf in pitriet of kokos.

Dit zullen ze afwerken met nestmateriaal voor exoten
(jute – kokosvezel – sisal – dierlijk haar).

In een beplante volière kunnen ze hun nest ook zelf maken in een struik.

Kweek

Nadat het koppeltje gevormd is en het nestje gebouwd, zal het popje beginnen leggen. Het popje zal 4 tot 6 eitjes leggen.
Beide ouders zullen broeden en na ongeveer 13 dagen komen de eitjes uit.
Na enkele dagen kunnen de jongen geringd worden (2,3mm).
Na 18 tot 21 dagen kunnen de jongen het nest verlaten, maar ze zullen wel nog enkele weken door de ouders (bij)gevoerd worden.
De jonge vogels gaan na ongeveer 8 weken in jeugdrui waarna het verschil tussen man en pop duidelijk wordt.
Een gezond koppel mag 2 tot 3 nestjes per jaar grootbrengen.

Voeding

Het hoofdvoer bestaat uit een zaadmengeling voor tropische vogels, aangevuld met onkruidzaden en Japanse millet. Ook trosgierst zullen ze sterk appreciëren.
Zeker tijdens de kweekperiode eivoer, kiemzaden, een universeelvoer, insectenpaté en fijn levend voer aanbieden.
En grit, maagkiezel en sepia moeten altijd aanwezig zijn.