';
KaRo Antennebaarsje

Zoom in

Artikelnummer: 4
Mikrogeophagus ramirezi

Antennebaarsje - Mikrogeophagus ramirezi

Herkomst

Ze behoren tot de familie van de Cichlidae of Cichliden. Ze zijn afkomstig van Zuid-Amerika, meer bepaald Venezuela en Colombia. Daar leven ze in helder, zwakstromend water..

Levensverwachting

Ze worden niet zo oud, gemiddeld zo’n 2 tot 3 jaar.

Afmetingen

De mannetjes worden 6 à 7cm lang en de vrouwtjes blijven iets kleiner, ze worden 5cm.

Uiterlijk

Het is een opvallend felgekleurd visje. Hun kop en voorste deel van hun lichaam zijn fel geel tot oranje gekleurd. Terwijl het achterste deel grijzig paars/blauw is, met kleine, lichtblauwe vlekjes. Die vlekjes lopen verder in hun geel/oranje/paarse vinnen en staart. Verder hebben ze op hun flanken een donkerblauwe oogvlek en nog enkele felblauwe accenten. Tenslotte hebben ze een donkerblauwe streep die dwars over de kop, door de ogen loopt.

Varianten

Naast de ‘gewone’ zijn er bijvoorbeeld ook gele, electic blue en longfin varianten.

Geslachts-onderscheid

Naast het verschil in grootte en de iets fellere kleuren van de mannetjes, is het verschil aan nog dingen duidelijk te zien, al van jonge leeftijd. De 2 voorste rugvinstralen van de mannetjes zijn duidelijk verlengd. En de achterkant van hun rugvin is spitser bij de mannetjes en korter en meer afgerond bij de vrouwtjes. Tenslotte hebben de volwassen (kweekrijpe) vrouwtjes een iets vollere buik , met een oranje/rode kleur.

Aquarium

Het zijn dwergcichliden die in een mooi beplant gezelschapsaquarium samen met rustige scholenvisjes zoals tetra’s en danio’s kunnen gehouden worden. Combineer ze niet met te dominante of agressieve vissen zoals maanvissen en betta’s. En (jonge) dwerggarnalen durven ze als voeding aanzien. Een aquarium van minimaal 50L is geschikt voor een koppeltje, voor een grotere groep is een groter aquarium nodig. Voor de inrichting van het aquarium kunnen planten, rotsen, hout, een halve kokosnoot of andere decoratie gebruikt worden om voldoende verstopplekken en schaduwen te creëren. Ideaal is veel randbeplanting en voldoende vrije zwemruimte in het midden. Schaduwplekken kunnen ook door middel van drijfplanten aangeboden worden, zeker bij iets te felle belichting. Antennebaarsjes verkiezen een matige belichting. Ook Catappabladeren zijn een optie, deze zorgen niet alleen voor de ideale waterwaarden, maar bieden ook de mogelijkheid om onderdoor te zwemmen.
Het zijn vissen die vooral in het onderste en middelste deel van hun aquarium zwemmen.
Tip: gebruik donker grind, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit.

Temperatuur

De ideale temperatuur is 26°C., je kan ze houden tussen 24 tot 28°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen.

Waterwaarden

Antennebaarsjes zijn gevoelig voor een slechte waterkwaliteit en hebben stabiele waterwaarden nodig.

Aan te raden is een pH van 5 tot maximaal 7, een GH van 2 tot 7° DH, een KH tussen 1 en 5° Dh, geen nitriet (NO2), geen ammoniak (NH3) en bijna geen nitraat (NO3 < 25mg/l).

Verzorging

Het houden van antennebaarsjes eist enige ervaring, maar mits de juiste verzorging kunnen ze redelijk gemakkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 10% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering (eventueel met turf), met een heel zachte stroming, een beetje extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie. Ze kunnen per koppel of in groep gehouden worden, maar let op met meerdere mannetjes. Meerdere mannetjes kan enkel als er voldoende vrouwtjes zijn EN als er voldoende plaats is zodat ieder mannetje een eigen territorium kan afbakenen.

Kweken

Het kweken met antennebaarsjes is niet eenvoudig. Plaats een koppeltje in een klein aquarium, ze moeten minimaal 1 jaar oud zijn en goed doorvoed. Richt het in met zand, grof grind of knikkers, grofbladige planten, Javamos, platte stenen en bijvoorbeeld een halve kokosnoot als hol. Daar kunnen ze hun eitjes op afleggen, een legsel telt ongeveer 200 eitjes en ze kunnen ze over meerdere plaatsen verspreiden. Het water moet zacht en licht zuur zijn en de ideale temperatuur is 27°C. Zorg voor een zachte stroming en stabiele waterwaarden zijn super belangrijk. Beide ouders zijn er voor broedzorg, ze bewaken het nest en zorgen voor de jongen.
In geval het mannetje agressief is naar het vrouwtje toe, kan zij best onmiddellijk weggehaald worden.
Na een incubatieperiode van ongeveer 3 dagen komen de eitjes uit, de volgende 2 tot 3 dagen verteren de larven de rest van de dooierzak en na 5 dagen zwemmen ze vrij rond. De ouders verplaatsen de jongen en maken ze schoon door ze in hun bek te houden. Op de leeftijd van 3 weken zijn de jongen volledig zelfstandig en kunnen de ouders, of enkel het mannetje nog, weggevangen worden. Het zijn super kleine jongen, eerst moeten ze infusie of microwormen krijgen als voeding, later kunnen ze overschakelen naar artemia naupliën.

Voeding

Het zijn alleseters, ze eten droogvoer (vlokken en granulaat), levend- en diepvriesvoer, zolang met maar fijn is. Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren! Ze mogen 1 of 2 keer per dag een kleine hoeveelheid voeding krijgen. Maar geef niet te veel per keer, geef wat ze in ongeveer 1 minuut op krijgen.