';
Herkomst |
Ze behoren tot de familie van de cichliden (Cichlidae). Ze leven uitsluitend in het Malawimeer in Zuidoost-Afrika en ze vormen een aparte-groep binnen Malawi cichliden. Het Malawimeer is zo’n 600km lang en soms tot 75km breed en het ligt tussen Tanzania, Mozambique en Malawi. Er leven zo’n 800 soorten cichliden, waaronder de keizerbaarzen. Officieel zijn er voorlopig 22 soorten keizerbaarzen beschreven, maar er wachten nog enkele soorten om beschreven te worden. Door de grootte van hun leefgebied zijn er bij veel soorten ook al (kleur)variaties ontstaan. Hun habitat bestaat er vooral uit rotsen die voor vele verstopplaatsen zorgen. En verder bijna geen planten. |
Afmetingen |
Ze worden gemiddeld zo’n 8 à 10cm lang, tot maximaal 15cm. |
Uiterlijk |
De mannetjes van de keizerbaars zijn mooi visjes, met opvallende kleuren. De vrouwtjes zijn duidelijk minder opvallend gekleurd. Er bestaan fel gele, oranje, roze, rode, blauwe en zwarte. Vele zijn een combinatie van blauw en een andere kleur, maar er zijn bijvoorbeeld ook volledig oranje/roze. Door selectieve kweek zijn er ook al veel nieuwe kleurvarianten ontstaan. Ze hebben allemaal een meer of minder opvallende, verticale bestreping. Sommige hebben een mooie, bolletjes tekening in hun vinnen en nog andere hebben een fel gekleurde lijn boven op hun hoofd en/of in hun rugvin. Een typerend kenmerk is hun zijlijn orgaan, een hulpmiddel om naar voedsel(dieren) te zoeken in het zand. |
Geslachtsonderscheid |
Het dominante mannetje zal het felst gekleurd zijn, de onderdanige mannetjes zijn minder fel gekleurd. De vrouwtjes zijn onopvallend bruin/grijs gekleurd. De rug- en anaalvinnen van een mannetje zijn scherper, terwijl ze bij een vrouwtje meer afgerond zijn. En tenslotte zijn de volwassen mannetjes duidelijk groter dan de vrouwtjes. |
Aquarium |
Het zijn scholenvissen, die wel per koppel maar liever met meer soortgenoten kunnen gehouden worden. Belangrijk is meer dan voldoende vrouwtjes te voorzien voor het aantal mannetjes. Ze kunnen enkel gecombineerd worden met andere cichlide soorten, liefst van het Malawimeer, liefst meer rustige soorten. Een aquarium van minimaal 125L of meer is aan te raden voor cichliden. Voor de inrichting van het aquarium kunnen vooral rotsen, hout of andere decoratie gebruikt worden. Als er echte planten in het aquarium gezet worden, zullen deze niet lang leven, enkel stevige planten zoals anubias en vallisneria gigantea zijn geschikt. Het zijn grote vissen, die veel vrije zwemruimte vragen in hun aquarium, gecombineerd met heel veel rotsen, takken en boomwortels om tussen te zwemmen en zich te kunnen verschuilen. Tip: gebruik fijn, donker grind of rivierzand, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit. |
Temperatuur |
De ideale temperatuur ligt ergens tussen 24 en 28°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen. |
Waterwaarden |
Aan te raden is een pH van 7.0 tot maximaal 8.0, een GH van 5 tot 14° DH, een KH tussen 3 en 12° Dh, geen nitriet (NO2), geen ammoniak (NH3) en bijna geen nitraat (NO3 < 25mg/l). |
Verzorging |
Het houden van Malawi cichliden eist weinig ervaring, mits de juiste verzorging kunnen ze makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 20 à 25% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een ruim aquarium met een sterke filtering en enige stroming. |
Kweken |
Het kweken is redelijk eenvoudig. Zorg voor 1 mannetje en 3 of 4 vrouwtjes. Ze zijn al na 5 tot 6 maanden geslachtsrijp. De man zal een vrouwtje naar de paaiplek lokken, waar hij de eitjes zal bevruchten (eivlekmethode), waarna het vrouwtje de eitjes in haar muil zal uitbroeden (muilbroeders). Een nestje is 20 tot 60 eitjes, die na zo’n 3 dagen broeden uitkomen. Nog eens zo’n 3 weken later zullen de jongen uitgespuwd worden en niet meer opnieuw in haar muil toegelaten worden. Als het vrouwtje na 2 weken broeden in een apart aquarium gezet wordt, zullen de meeste jongen kunnen overleven. De jongen eten onmiddellijk stofvoer, heel fijn vlokkenvoer en artemia. |
Voeding |
Van nature zijn het carnivoren, die vooral insecten, kleine garnaaltjes en mosselen eten, maar in een aquarium zijn het makkelijke eters die niet kieskeurig zijn. Ze eten droogvoer (vlokken en granulaat) en er bestaan speciale vlokken- en granulaatvoedingen voor Malawi cichliden, met spirulina. De spirulina draagt bij aan hun kleurenpracht. Geef ook regelmatig levend- of diepvriesvoer, zoals muggenlarven, mysis, artemia en tubifex, maar let op met rode muggenlarven, geef dit met mate! Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren! Ze mogen 1 of 2 keer per dag een kleine hoeveelheid voeding krijgen. Maar geef niet te veel per keer, geef wat ze in ongeveer 1 tot anderhalve minuut op krijgen. |