Herkomst

Ze behoren tot de familie van de Characidae of karperzalmen.
Ze zijn afkomstig van Zuid-Amerika, meer bepaald het Amazonegebied.
Ze leven voornamelijk in Argentinië en Paraguay, maar ze komen ook in Brazilië voor.
Ze leven in de bovenlagen van de rivieren, tussen het groen.

Levensverwachting

Onder de juiste omstandigheden worden ze zo’n 2 tot 5 jaar oud.

Afmetingen

Ze worden gemiddeld zo’n 4 tot 5cm lang.

Uiterlijk

Deze kleine scholenvisjes hebben een witgrijs transparant lichaam met  opvallend rode staart- en anaalvinnen. De rug- en buikvinnen zijn soms rood gekleurd, soms witgrijs zoals hun lichaam.

De nakweek kan erg variëren van kleurintensiteit.

Geslachts-onderscheid

Het verschil is redelijk moeilijk te zien.
De mannetjes zijn meestal iets slanker en hun anaalvin is iets verlengd.

Aquarium

Het zijn actieve, sociale scholenvissen, die met een groep in een mooi beplant gezelschapsaquarium kunnen gehouden worden. Een aquarium van 70L of meer is aan te raden voor een schooltje van 5 of meer roodvinzalmen, samen met andere niet-agressieve vissen. Zowel naar elkaar, als naar andere soorten zijn ze heel verdraagzaam en daarom perfect geschikt voor een gezelschapsaquarium.
Ideaal is veel randbeplanting en voldoende vrije zwemruimte in het midden.

Voorzie zeker voldoende schuilmogelijkheden, ook door middel van drijfplanten.
Het zijn actieve vissen, die in groep vooral in het middelste deel van hun aquarium zwemmen.
Tip: gebruik donker grind, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit.

Temperatuur

De ideale temperatuur is 24 à 25°C en minimaal 20°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen.

Waterwaarden

Aan te raden is een pH van 6 à 7, een GH van 5 tot 7° DH, een KH tussen 3 en 5° Dh,
geen nitriet (NO2), geen tot bijna geen nitraat (NO3 < 1mg/l) en geen Chloor.

Verzorging

Het houden van roodvinzalmen eist weinig tot geen ervaring en ze kunnen makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 20% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering, een stevige stroming, een beetje extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie. Ze worden best in een groep van minimaal 5 stuks gehouden.
Liever zelfs meer, hoe groter de school, hoe beter voor de vissen en hoe mooier.
Bij een te kleine groep zullen ze zich onveilig voelen en meer schuw zijn.

Kweken

Het kweken met roodvinzalmen is vrij eenvoudig. Plaats een klein schooltje van evenveel mannetjes als vrouwtjes in een klein aquarium. Richt het aquarium in met heel grof grind, knikkers of een legrooster, fijn- en grofbladige planten en/of Javamos en gebruik een sponsfilter.
De ideale watertemperatuur is 26 tot 28°C.
Zorg ervoor dat de visjes goed gevoed zijn met levend- of diepvriesvoer, zoals zwarte muggenlarven.
Na het verduisteren van hun aquarium zullen ze al snel tot paren overgaan.
 De vrouwtjes zullen hun eitjes (200 tot 800 stuks) meestal op de grootbladerige planten afzetten en de mannetjes zullen die direct bevruchten.
Ze kennen geen broedzorg en de volwassen vissen moeten onmiddellijk na het paren van de eitjes worden gescheiden.
Na 14 tot 36 uur komen de eitjes uit en nog eens 4 tot 5 dagen later zwemmen de jongen vrij rond.
Vanaf dan kunnen ze met infusoria, artemia-naupliën of fijn stofvoer gevoed worden

Voeding

Het zijn een echte alleseters. Ze eten droogvoer zoals vlokken, granulaat en voedertabletten en levend- en diepvriesvoer zoals watervlooien, tubifex en muggenlarven.
Plantaardige voeding mag zeker niet ontbreken, geef regelmatig voeding met spirulina en algentabletten.

Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren!
Ze mogen 1 of 2 keer per dag een kleine hoeveelheid voeding krijgen.
Maar geef niet te veel per keer, geef wat ze in ongeveer 1 tot anderhalve minuut op krijgen.